Nederlands
11
AAN/UIT-schakelaar
12
Stekker
13
Viscositeitsbeker
MATERIAALSOORTEN
Gebruik het aanbevolen materiaal voor het pistool.
Voorbereiding van het afplakmateriaal
Met Total Painter® kunt u verf, lak en vernis, zonder
verdunnen of enigszins verdund, spuiten.
Als de verf moet worden verdund, begin dan eerst
met een verdunning van 10% van de verf. U doet dit
door een bak van één liter met de te gebruiken verf
te vullen. Houd er rekening mee dat de viscositeitsbe-
ker een inhoud heeft van één deciliter en u moet dus
de opening afdekken en de beker met het benodigde
oplosmiddel vullen. Voeg dit aan de verf toe en roer
het goed door. Meet vervolgens de viscositeit aan de
hand van de hieronder aanbevolen informatie. Indien
de verf nog verder moet worden verdund, verdun deze
dan met nog eens 5% (de helft van de inhoud van de
beker) en meet de viscositeit. Als de verf nog steeds
niet de aanbevolen viscositeit heeft, herhaal dan de
vorige stap totdat de gewenste viscositeit is bereikt.
Dit verfspuitpistool kan worden gebruikt met produc-
ten met een viscositeit van 25 DIN-sec. tot maximaal
50 DIN-sec. Dompel de viscositeitsbeker in het ma-
teriaal en vul hem. Meet vervolgens hoe lang het
duurt totdat de beker is leeggelopen (figuur 2). Deze
tijd wordt aangeduid als “DIN-seconden (DIN-sec.)”.
Naast deze aanbevelingen dient u ook de aanwijzin-
gen van de fabrikant van het materiaal te raadplegen
als richtlijn om te bepalen of het materiaal verder ver-
dund moet worden.
Aanbevelingen:
Voorbeeld materiaal
DIN-richtwaarden
Verf op waterbasis en
emulsies
25-50 DIN-sec.
Lakken, kleurlakken met
oplosmiddelen of in water
oplosbaar
45-50 DIN-sec.
Vernissen
zonder verdunnen
Grondverven
45-50 DIN-sec.
Impregneermiddelen voor
hout, kleurstoffen, oliën,
ontsmettingsmiddelen,
gewasbeschermings-
middelen
zonder verdunnen
Volg de instructies in deze handleiding alleen op als
er bij het materiaal dat u wenst te gebruiken geen
specifieke instructies zijn bijgevoegd. Gebruik anders
de instructies die bij het materiaal zijn meegeleverd.
INBEDRIJFSTELLING
Alvorens het apparaat op het lichtnet aan te sluiten
dient u erop te letten of de spanning van het lichtnet
overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje
van de Total Painter®.
- Monteer eerst de draagriem van het apparaat.
- Schroef het reservoir van het verfspuitpistool los.
- Lijn de stijgbuis (figuur 3) uit. Als de stijgbuis zich
in de goede stand bevindt, kan de inhoud van het
reservoir vrijwel geheel worden verneveld. Om hori-
zontale vlakken te verven of te behandelen moet u
de stijgbuis naar voren draaien (figuur 3A). Voor het
spuiten van voorwerpen boven uw hoofd moet u de
stijgbuis naar achteren draaien (figuur 3B).
- Zet het reservoir op een stuk papier en vul het met
het te vernevelen materiaal.
- Monteer de luchtbuis op het aansluitstuk van het
apparaat en op de handgreep van het pistool (figuur
4).
- De flexibele luchtbuis moet op het verfspuitpistool
worden aangesloten; let erop dat deze goed vast zit;
de buis hoeft er niet volledig ingeschoven te worden,
het is voldoende dat hij goed bevestigd is.
- Plaats het apparaat op een vlakke en schone on-
dergrond omdat het anders stof e.d. kan aanzuigen.
- Doe de draagriem met het apparaat om.
- Richt het verfspuitpistool op het te bespuiten
voorwerp.
- Geadviseerd wordt eerst het spuiten te testen op
een stuk karton of op een soortgelijke ondergrond als
dat van het voorwerp dat u gaat bespuiten. U kunt zo
de hoeveelheid materiaal en de spuitstraal bepalen.
- Bedien de AAN/UIT-schakelaar en begin met het
gebruik van de Total Painter®.
Spuitstraal kiezen
Er zijn drie straalvormen voor het spuiten:
1. straal in verticale waaier, geschikt voor horizontale
oppervlakken (figuur 5A)
2. straal in horizontale waaier, geschikt voor verticale
oppervlakken (figuur 5B)
3. ronde straal, voor hoeken en moeilijk bereikbare
vlakken (figuur 6C)
Spuitstraal instellen
Draai, nadat u de sproeiring iets hebt losgedraaid, de
luchtdop in de gewenste straalstand (figuur 6). Draai
hierna de sproeiring weer aan.
Haal nooit de trekker van het pistool over terwijl u de
luchtdop afstelt.
39