71
OORSPRONKELIJKE INSTRUCTIES
NL
re gevaren. Doet u dit niet, dan kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
Pneumatisch gereedschap mag alleen door gekwalifi ceerd en geschoold
personeel worden geïnstalleerd, afgesteld en gemonteerd. Breng geen
wijzigingen aan het pneumatische gereedschap aan. Wijzigingen kunnen
de effi ciëntie en de veiligheid verminderen en het risico voor de gereed-
schapsaandrijver verhogen. Gooi de veiligheidsinstructies niet weg, maar
overhandig ze aan de bediener van het apparaat. Gebruik het pneumatisch
gereedschap niet als het beschadigd is. Het gereedschap moet periodiek
worden geïnspecteerd op de zichtbaarheid van de overeenkomstig ISO
11148 vereiste gegevens. De werkgever/gebruiker dient zo nodig contact
op te nemen met de fabrikant om het typeplaatje te vervangen.
Gevaren door uitgeworpen onderdelen
Beschadiging van het werkstuk, toebehoren of zelfs van het ingestoken ge-
reedschap kan ertoe leiden dat er bij hoge toerentallen onderdelen worden
uitgeworpen. Gebruik altijd een slagvaste oogbescherming. De mate van
bescherming moet worden gekozen op basis van de werkzaamheden die
worden verricht. Zorg ervoor dat het werkstuk goed vastgeklemd is. Contro-
leer of de slijpschijf goed op de slijper is bevestigd. Controleer of het maxi-
mumtoerental van de slijpschijf, uitgedrukt in aantal omwentelingen per
minuut, gelijk is aan of hoger is dan het nominale toerental van de spil. Zorg
ervoor dat de schijfafscherming op zijn plaats zit, in goede staat is en cor-
rect is gemonteerd. Zorg ervoor dat de schijfafscherming regelmatig wordt
gecontroleerd. Controleer regelmatig of het toerental van de slijpmachine
niet hoger is dan het nominale toerental. De test moet worden uitgevoerd
zonder de gemonteerde schijf en volgens de instructies van de fabrikant.
Controleer of de door de fabrikant voorgeschreven montagefl enzen van de
slijpschijven gebruikt zijn en in goede staat verkeren, bijv. vrij van scheuren,
bramen en vlakken. Controleer of de spindel en de schroefdraad van de
spindel niet beschadigd of versleten zijn. Zorg ervoor dat vonken en puin
ontstaan tijdens het werk geen gevaar opleveren. Haal de slijper uit het
stopcontact voordat u de slijpschijf vervangt of repareert.
Gevaren verbonden aan verstrengeling
Gevaren verbonden aan verstrengeling kunnen verstikking, scalperen en/
of letsel veroorzaken wanneer losse kleding, sieraden, kettingen, haar of
handschoenen niet uit de buurt van het gereedschap of de accessoires
worden gehouden.
Risico’s verbonden aan het werk
Vermijd contact met de draaiende spindel en de gemonteerde schijf om
snijden van handen en andere lichaamsdelen te voorkomen. Het gebruik
van het apparaat kan de handen van de bediener blootstellen aan risico’s
zoals bekneld raken, stoten, snijden, schuren en hitte. Draag geschikte hand-
schoenen om uw handen te beschermen. De bediener en het onderhouds-
personeel moeten fysiek in staat zijn om met de hoeveelheid, het gewicht en
het vermogen van het gereedschap om te gaan. Houd het toestel goed vast.
Blijf paraat om normale of onverwachte bewegingen tegen te werken en houd
altijd beide handen beschikbaar. Houd uw voeten in balans en plaats ze op
een veilige manier. Bij stroomuitval moet de druk op de start- en stopinrichting
worden opgeheven. Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevolen smeer-
middelen. Er moet een veiligheidsbril worden gedragen en we raden het
dragen van geschikte handschoenen en beschermende kleding aan. Draag
bij werkzaamheden boven het hoofd een veiligheidshelm. Als de beweging
van de slijpschijf stopt, houdt u de hele slijpmachine in een zodanige positie
dat deze niet in contact komt met een voorwerp. De slijpmachine kan alleen
worden neergelegd als de slijpschijf volledig tot stilstand is gekomen. Tijdens
het snijden moet het te bewerken materiaal zodanig worden ondersteund
dat de snijspleet op een constante of toenemende breedte wordt gehouden
totdat het snijden is voltooid. Als de schijf vastzit in de snijspleet, zet dan de
slijpmachine uit en maak de schijf los uit de inklemming. Controleer vóór
de voortzetting van de werkzaamheden of de slijpschijf nog correct gemon-
teerd en niet beschadigd is. Slijp- en snijschijven mogen niet voor zijdelingse
slijpbewerking worden gebruikt. (Uitzondering: slijpschijven voor zijdelings
slijpen.) Slijpmachines mogen de maximale omtreksnelheid van de slijpschijf
niet overschrijden. De bediener moet zich ervan vergewissen dat er zich
geen onbevoegde personen in het werkgebied bevinden. Draag persoon-
lijke beschermingsmiddelen zoals: handschoenen, schort en helm. Vonken
ontstaan tijdens het werken kunnen kleding ontsteken en ernstige brandwon-
den veroorzaken. Zorg ervoor dat de vonken niet in de kleding vallen. Draag
brandwerende kleding en een emmer water bij u in de buurt.
Gevaren door herhaalde bewegingen
Bij het gebruik van een pneumatisch werktuig voor repetitief werk wordt de
bediener blootgesteld aan ongemak voor handen, armen, schouders, nek
of andere lichaamsdelen. Bij het gebruik van pneumatisch gereedschap
moet de gebruiker een comfortabele houding aannemen om ervoor te
zorgen dat de voeten correct zijn geplaatst en vreemde of onevenwichtige
houdingen te voorkomen. De operator moet gedurende een lange periode
zijn houding veranderen om ongemak en vermoeidheid te voorkomen. Als
de operator symptomen ervaart zoals aanhoudend of herhaald ongemak,
pijn, pulserende pijn, tintelingen, verdoofdheid, branderigheid of stijfheid, .
mag hij deze niet negeren, hij moet de werkgever erover inlichten en een
dokter raadplegen.
Risico’s verbonden aan accessoires
Gereedschap van de netvoeding loskoppelen, voordat u het ingestoken
gereedschap of accessoires vervangt. Gebruik accessoires en verbruiksar-
tikelen alleen in de door de fabrikant aanbevolen maten en typen. Gebruik
geen andere typen of maten accessoires. Zorg ervoor dat de afmetingen
van de slijpschijf compatibel zijn met die van de slijpmachine en dat de
slijpschijf op de as van de slijpmachine past. Let erop dat soort en maat van
de schroefdraad van de slijpschijf overeenkomen met soort en maat van de
spindeldraad. Controleer de slijpschijf vóór gebruik. Gebruik geen slijpschij-
ven die (vermoedelijk) gevallen of gebarsten zijn, slijpschijven met breuken
of barsten, of slijpschijven die anderszins beschadigd zijn. Controleer vóór
gebruik of de slijpschijf correct gemonteerd en aangedraaid is. Start de on-
belaste slijpmachine 1 minuut in een veilige positie. Stop deze onmiddellijk
als u overmatige trillingen of andere fouten opmerkt en onderzoek vervol-
gens de oorzaak van de fout. Voorkom dat de spindeltip de bodem van de
kommen, kegels of scharnieren met draadgaten aanraakt voor bevestiging
aan machinespillen door de grootte en andere gegevens te controleren. Als
bij de slijpschijf adapters of reductiehulzen worden meegeleverd, moet de
gebruiker zich ervan vergewissen dat de adapter of de huls niet in contact
komt met de kop van de montagefl ens en dat de klemkrachten voldoende
zijn om het wegglijden van de slijpschijf tijdens het draaien te voorkomen.
Wanneer montagefl enzen in verschillende typen of maten worden geleverd,
moet u altijd de juiste fl ens(en) op de gebruikte slijpschijf afstemmen. Ver-
mijd direct contact met het geplaatste gereedschap tijdens en na het werk,
het kan heet en scherp zijn. Bewaar en behandel de slijpschijven zorgvuldig
volgens de instructies van de fabrikant.
Risico’s verbonden aan de werkplaats
Uitglijden, struikelen en vallen zijn de belangrijkste oorzaken van letsels. Pas