73
OORSPRONKELIJKE INSTRUCTIES
NL
de slijpschijf, op het punt waar het vastloopt. Let in het bijzonder op bij
het werken in de buurt van hoeken, scherpe kanten enz. Vermijd botsen
en het vastlopen van de schijf. Bij het bewerken van hoeken of kanten is
er een verhoogd risico op vastlopen van de slijpschijf, wat leidt tot verlies
van controle of terugslag van gereedschap. Gebruik geen schijven met een
kettingzaag of cirkelbladzagen. Bladen veroorzaken frequente terugslagen
en verlies van controle over het gereedschap.
Waarschuwingen voor het slijpen en snijden met slijpschijven
Gebruik alleen slijpschijven die geschikt zijn om te werken met het gereed-
schap en afschermingen die voor het betreff ende slijpschijftype zijn ont-
worpen.
Slijpschijven waarvoor het apparaat niet is ontworpen, kunnen niet goed
worden afgeschermd en zijn niet veilig.
De afscherming moet stevig aan het gereedschap worden bevestigd en
zo veilig mogelijk worden geplaatst, zodat een zo klein mogelijk gedeelte
van de slijpschijf in de richting van de bediener wordt blootgesteld. Deze
bescherming helpt de bediener te beschermen tegen gebroken schijff rag-
menten en voorkomt onbedoeld contact met de slijpschijf.
De slijpschijf moet volgens de voorschriften worden gebruikt. Schuur bij-
voorbeeld niet met een schijf die bedoeld is om te snijden. Snijschijven zijn
ontworpen voor gebruik onder zware druk en door de zijdelingse krachten
die erop worden uitgeoefend, kunnen ze uit mekaar vallen.
Gebruik altijd onbeschadigde spanfl enzen die de voor de slijpschijf juis-
te maat hebben. De juiste fl enzen voor het vastzetten van de slijpschijf
verminderen het risico op beschadiging van de slijpschijf. De fl enzen voor
snijschijven kunnen verschillen van fl enzen voor slijpschijven.
Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere toestellen. Een slijpschijf
met een grotere diameter is niet geschikt voor
hogere rotatiesnelheid van kleinere gereedschappen en kan breken.
GEBRUIKSVOORWAARDEN
Zorg ervoor dat de persluchtbron de juiste werkdruk genereert en de ver-
eiste luchtstroom levert. Bij een te hoge toevoerdruk moet een drukregelaar
met veiligheidsventiel worden gebruikt. Het pneumatische gereedschap
moet door het fi lter- en smeersysteem worden gevoed. Dit zorgt ervoor
dat de lucht zowel schoon is als bevochtigd met olie. Controleer vóór elk
gebruik de toestand van het fi lter en de smeernippel en reinig indien nodig
het fi lter of compenseer olietekorten in de smeernippel. Dit garandeert een
correcte werking van het gereedschap en verlengt de levensduur ervan.
Gebruik het apparaat altijd met gemonteerde extra handgreep. De extra
handgreep maakt veiliger en effi ciënter werken mogelijk.
Bij het gebruik van extra beugels of steunhouders moet erop worden gelet
dat het gereedschap correct en stevig is bevestigd.
Bevestig het werkstuk zodanig dat de opening tijdens het snijden dezelfde
breedte behoudt of breder wordt.
Kies een geschikte positie om een normale of onverwachte beweging van
het gereedschap veroorzaakt door het koppel te voorkomen. Als de snij-
schijf in het werkstuk vast komt te zitten, schakelt u deze uit en laat u de
schijf los. Zorg ervoor dat de schijf niet beschadigd is voordat u deze weer
inschakelt.
Let op de werkomgeving, de snijmachine kan heel eenvoudig snijden.
Gebruik geen slijpschijven en snijgereedschappen voor het slijpen van zijkanten.
Wacht na het uitschakelen van de snijmachine tot het draaiende gereedschap
volledig tot stilstand is gekomen, voordat u de machine ergens neerlegt.
Voordat u extra uitrusting installeert, moet u ervoor zorgen dat de maximale
snelheid van de uitrusting hoger is dan die van de snijmachine. Gebruik
geen apparatuur met een andere greepdiameter dan aangegeven in de
handleiding. De bijkomende uitrusting moet stevig en zeker aan de gereed-
schapshouder zijn bevestigd. Gebruik geen bussen of reduceerringen voor
het op elkaar afstellen van de spindeldiameter van het gereedschap en de
slijpschijf.
Bewaar en gebruik het schurende element volgens de instructies van de
fabrikant van de uitrusting. Gebruik geen beschadigde uitrusting. Defecte
apparatuur moet onmiddellijk worden vervangen door nieuwe en intacte.
Controleer de toestand van de spindel en de gereedschapshouders op slij-
tage of beschadiging.
Gebruik de snijmachine niet in een explosiegevaarlijke omgeving. Vonken
tijdens het gebruik kunnen brand veroorzaken.
Na montage van de slijpschijf het gereedschap starten en ca. 30 seconden
in een veilige positie houden. Stop de machine onmiddellijk als u hoge tril-
lingen of andere defecten in het gedrag van de snijmachine opmerkt. Even-
tuele onregelmatigheden moeten vóór de volgende inbedrijfstelling van het
apparaat worden verholpen.
Let erop dat het toerental van het gereedschap niet hoger is dan het op het
typeplaatje aangegeven toerental.
Tijdens het bewerken van sommige materialen kunnen giftige of brandbare
stof en dampen ontstaan. Werk in goed geventileerde ruimten en gebruik
persoonlijke beschermingsmiddelen.
Zorg ervoor dat vonken en puin ontstaan tijdens het werk geen gevaar op-
leveren.
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen zoals handschoenen, een
schort en een helm.
Ook gehoorbeschermers moeten worden gebruikt.
Bij het vallen van het gereedschap met gemonteerde schijf, moet de toe-
stand van de slijpschijf vóór het opnieuw inschakelen zorgvuldig worden
gecontroleerd.
GEBRUIK VAN HET GEREEDSCHAP
Controleer voor elk gebruik van het apparaat of er geen onderdelen van
het pneumatische systeem beschadigd zijn. Als u schade vaststelt, vervang
dan meteen door nieuwe onbeschadigde elementen van het systeem.
Vóór elk gebruik van het pneumatische systeem, dient men de geconden-
seerde vochtigheid in het gereedschap, de compressor en de leidingen,
te drogen.
Voorbereiding van de werkzaamheden
Om de luchtslang (II) aan te sluiten, moet een geschikt mondstuk stevig aan
de draad van de luchtinlaat worden geschroefd.
Controleer vóór het plaatsen van de schijf of het toegestane toerental van
de schijf gelijk is aan of hoger is dan het maximale toerental van de slijp-
machine.
Houd de spindel met de ene sleutel vast en verwijder met de andere sleutel
de schroef die de schijf vastzet.
Op de spindel de schijf met de in de tabel met technische gegevens aange-
geven afmetingen monteren.
Plaats de ring onder de bout en schroef vervolgens de bout vast. Houd de
spindel met de ene sleutel vast en draai met de andere sleutel de schroef
die de schijf (IV) vastzet stevig en zeker aan.
Draai de schijf met de hand (enkele omwentelingen) om ervoor te zorgen
dat de schijf soepel en zonder vastlopen draait.