NL
3. Draai het lastwiel (tek. 3, fig. 1), zonder dat er
een last aan de takel hangt, tegen de wijzers
van de klok in om de rem te openen; de
ketting is nu ontkoppeld.
4. Als het niet mogelijk is om het lastwiel te
draaien, zet dan de keuzeschakelaar in de
positie “D” (fig. 4). Plaats de keuzeknop terug
in de “0” positie en trek aan de ketting die
op deze manier bevrijd werd met de lage
eindaanslag.
5. Bevestig de hijshaak op de last (of op het vast
punt), of op het punt van het toepassen van de
spanning. Zet de ketting lichtjes onder
spanning door aan de ketting te trekken met
de lage eindaanslag.
6. Draai het lastwiel met de wijzers van de klok
mee; de rem is nu gesloten. De ketting grijpt
nu in de takel.
4.3 BEDIENEN
1. Om te hijsen, trekken of spannen: zet de
keuzehandel in stand “L” (fig. 4) en beweeg
de hefboom heen en weer.
2. Om de last te laten zakken of te lossen: zet de
keuzehandel in stand “D” (fig. 4) en beweeg
de hefboom heen en weer.
4.4 BELANGRIJKE AANVULLENDE
INSTRUCTIES
1.
Controleer, wanneer de Bravo™ AC-takel
buiten bedrijf gesteld wordt, of een eventuele
last veilig en stevig op de grond staat en of de
hijsketting slap genoeg hangt om de onderste
haak los te kunnen maken van de last.
2. De hendel van de keuzeknop mag niet in
de neutrale positie “0” staan als een last
opgehangen is of als de takel onder spanning
staat. Zorg ervoor dat de keuzeknop correct in
de gewenste positie staat en niet tussen
twee posities.
3. Probeer nooit het lastwiel te bedienen tijdens
een karwei of wanneer er een last aan de
takel hangt.
4. Afgeraden wordt de hefboom te snel heen en
weer te bewegen aangezien dit kan leiden tot
een ongelijkmatige verplaatsing van de last.
Het verdient aanbeveling de hefboom in een
rustig en gelijkmatig tempo heen en weer te
bewegen zodat onnodig schokken van de last
voorkomen wordt.
5. OPBERGING
Aanbevolen wordt de takel opgehangen op te
bergen zodat de hijsketting niet in de knoop
kan raken. Sla de takel in een droge en
weerbestendige ruimte op. Reinig de hijsketting
eerst met een borstel en smeer die in met
machineolie alvorens de takel op te bergen.
6. HIJSKETTING
Een goede conditie van de hijsketting is, evenals
een goede staat van onderhoud van de takel,
een garantie voor veiligheid. Daarom is het
noodzakelijk om voortdurend de conditie van de
hijsketting in de gaten te houden en deze
regelmatig te reinigen en in te smeren met
machineolie.
De hijsketting moet, als de takel in gebruik is,
dagelijks geïnspecteerd worden op tekenen van
slijtage of verslechtering van de conditie. In
geval er sprake is van ook maar enige
verslechtering van de conditie van de hijsketting,
laat die dan controleren door een bevoegd
persoon (volgens de Technische Fiche T2208).
Stel de hijsketting niet bloot aan te hoge
temperaturen, schurende materialen of aan
chemicaliën.
Beveilig de ketting tegen alle mogelijk agressies
zoals vlambooglassen.
7. ONDERHOUD
De takel moet periodiek en minstens eenmaal
per jaar en volgens de in het land van gebruik
geldende veiligheidsmaatregelen gecontro
leerd
en getest worden met een last en door bevoegd
erkend onderhoudspersoneel.
Periodiek, in ’t bijzonder na frequent gebruik, of
ten minste eenmaal per jaar en overeen komstig
de Europese veiligheidsvoorschriften, moet de
takel voor onderhoud en reparatie aangeboden
worden aan een erkend en bevoegd service- en
reparatiecentrum voor hijs- en hefwerktuigen.
Als de distorsie tussen de indicators van
de haak groter is dan 2 mm (fig. 6, afstand
“M”
aangegeven in tabel van hoofdstuk
2 “Technische specificaties”) dan beoordeelt
men dat is het toestel beschadigd is en moet
het verplicht buiten dienst gesteld worden.
Controleer regelmatig de staat van de haken,
met name in het geval van overbelasting.
Bij beschadigingen, bezorg de Bravo™ AC-takel
terug aan het herstellingsatelier dat door
TRACTEL
®
goedgekeurd werd.
8. NOODPROCEDURE IN GEVAL
VAN INCIDENTEN
In het geval van blokkeringen van de ketting of
bij alle andere functiestoringen van het toestel,
stop onmiddellijk de bediening van het toestel
zonder aandringen, verwittig het personeel dat
bevoegd is om lasten neer te plaatsen en
herstellingen op het toestel uit te voeren.
19