34
NL
–
Stuttingen voor extern gebruik
(Fig. E)
Indien de takel werd geïnstalleerd volgens de methode
in fig. D, moet de gebruiker de hieronder beschreven
stappen volgen:
Wanneer de hijsapparatuur onmiddellijk onder de
ondersteuningen van de steiger is bevestigd, moeten
deze ondersteuningen worden versterkt en bevestigd
om een solide installatie te garanderen die voldoende is
om de belangrijkste dwang- en vermoeidheidskrachten
te weerstaan.
Het chassis van de takel kan worden verankerd aan
een steiger van stalen buizen met een diameter van 48
mm = 1½ inch en een dikte van S ≥ 3,2 mm. Elk ander
type montage dat met buizen of andere materialen
(aluminium, hout, enz.) is gebouwd is niet geschikt als
basis voor deze apparatuur.
Voor de berekening en verificatie van de stabiliteit
worden de krachten op de aansluitingen aangegeven
in bijlage C.
Zie Bijlage C – Takelstructuur
BUISVORMIGE DRAGER MET SCHARNIEREN
Zie Bijlage C – Takelstructuur
Buisvormige drager met scharnieren
De aangegeven waarden hebben betrekking op het
buigmoment Mf, het draaimoment Mt, de verticale
kracht Fv, bepaald door de lading en het gewicht van
de takel. De persoon die de machine installeert moet
controleren dat de structuur waarop de takel wordt
geïnstalleerd een druk kan weerstaan zoals hieronder
aangegeven.
RAAM- OF PLAFONDMONTAGE
Zie Bijlage C – Structuur van de takel (Opties)
Raam- of plafond stutondersteuning
Naast de beperkende effecten die dit beeld beschrijft,
produceert de takel die aan een bepaalde belasting
wordt onderworpen een koppel omkering Mr die moet
worden gecompenseerd door de schroef onder druk
te brengen, door de regeling van de capaciteit van het
bevestigingssysteem aan de grond, het plafond en / of
de muur.
De krachten Ff" en Fsʺ in de tabel hebben betrekking op
de slechtst mogelijke belastingsvoorwaarden (minimale
lengte van de stut).
Afhankelijk van de omvang en de aard van de lading
moet het apparaat zodanig worden geïnstalleerd dat
het geen andere bewegende delen of statische
gedeelten van aangrenzende structuren raakt tijdens
op- en neerwaartse bewegingen.
De gebruiker moet alle noodzakelijke
voorzorgsmaatregelen treffen, ongeacht de aard
van de gekozen installatie, om het risico op vallen
te voorkomen. Meer bepaald moet de gebruiker de
volgende instructies strict naleven:
a) De steiger van de installatie moet voldoende breed
zijn en aan de buitenkant voorzien van een vangrail
met voetplank.
b) Er kan een opening worden gehouden om een schop
of afdichting te kunnen doorgeven, op voorwaarde
dat op deze plek een voetplank van tenminste
30 cm wordt bevestigd. De opening moet worden
teruggebracht tot het noodzakelijke minimum en
gedefinieerd door stijve, sterke zijsteunen, waarvan
degene die zich tegenover de takelpositie bevindt zal
worden versterkt door vastesteigerelementen.
c) Twee ijzeren vierkanten van tenminste 20 cm
moeten worden aangebracht op de binnenzijde
van de hierboven beschreven ondersteuning,
op een hoogte van 1,20 m en loodrecht op
de openingsondersteuning. Deze dienen als
ondersteuning en vangrail voor de werker.
d) De vloeren van de etages moeten worden gemaakt
met latten met een dikte van ten minste 5 cm, die
rusten op dwarsliggers en een centrale en sectie-
afstand hebben die afgestemd is op de maximale
belasting voor elke etage.
Summary of Contents for 261579
Page 47: ...47 Schemi elettrici Electrical diagrams Schémas électriques Schaltpläne Esquema alambricos E ...
Page 48: ......
Page 49: ......
Page 50: ......
Page 51: ......