18
NL
is door een technicus die schriftelijk toestemming heeft
gegeven voor opnieuw gebruik ervan.
• een lijn te gebruiken voor een andere toepassing dan de
bescherming tegen valrisico van personen.
• een lijn te bevestigen met een ander middel dan zijn
afgewerkte uiteinden.
• een lijn te gebruiken in tegenstelling tot de informatie die
bepaald is in paragraaf "13. Levensduur".
• een lijn te gebruiken door een persoon waarvan de massa,
de uitrusting en het gereedschap zwaarder is dan 150 kg.
• een lijn te gebruiken met een lading tussen 100 en
150 kg (totale massa van de gebruiker, zijn uitrusting
en zijn gereedschap) wanneer een element van het
valstopsysteem een maximale gebruiksbelasting bezit
die lager is.
• een lijn te gebruiken die een val van een persoon heeft
opgevangen.
• een lijn te gebruiken buiten de temperatuurzones om die
bepaald zijn in deze handleiding.
• een lijn te gebruiken wanneer we niet in een perfecte
fysieke conditie zijn.
• een lijn te gebruiken wanneer een vrouw in verwachting is.
• een lijn te gebruiken wanneer één van de artikelen de
veiligheidsfunctie van een ander element in gevaar
brengt of wanneer deze met deze interfereert.
• een lijn vast te sjorren aan een structurele verankering
waarvan de weerstand lager is dan 12 kN of wanneer
verwacht wordt dat deze lager is.
• reparatie- of onderhoudswerkzaamheden van een lijn uit
te voeren.
• een lijn te gebruiken wanneer deze niet volledig is,
wanneer deze vooraf gedemonteerd is of wanneer
onderdelen van deze lijn zijn vervangen.
6. Installatie
Het structurele verankeringspunt moet zich in de mate
van het mogelijke bevinden op een hoogte tussen 1,5
en 2 meter boven de voeten van de gebruiker. Het
verankeringspunt moet een weerstand van minimum
12 kN bezitten.
De verbinding met het verankeringspunt of de structuur
moet gemaakt worden met behulp van een EN 362
connector.
Raadpleeg voor de aansluiting van het
valbeveiligingssysteem op het harnasgordel, de
handleiding van het harnas om het goede verankeringspunt
en de juiste methode te gebruiken om u vast te maken.
Gebruik de lijn niet om een schuifknoop te maken.
GEVAAR
Voor en na het gebruik is het verplicht een eventuele
reddingsactie te voorzien die op een doeltreffende
en veilige manier zou kunnen worden uitgevoerd,
binnen een tijdspanne van 15 minuten. Wanneer deze
langer zal duren dan 15 minuten zal de bediener in
levensgevaar verkeren.
7. Materialen
• Riem: polyamide en polyester,
• Elastische riem: polyamide en gom,
• Touw met kernmantel: polyamide en polyester.
8.
Verbonden uitrustingen
Valstopsysteem (EN 363):
• Een verankering (EN 795),
• Een connector aan het uiteinde (EN 362),
• Een valstopsysteem (EN 353-1/2 – EN 355 – EN 360),
• Een connector (EN 362),
• Een harnasgordel (EN 361).
9.
Onderhoud en opslag
Vgl. afbeelding 3 pagina 2.
• Wanneer een lijn vuil is, dient u deze schoon te maken
met helder en koud water met eventueel een wasmiddel
voor fijn textiel, met gebruik van een synthetische borstel.
• Wanneer tijdens het gebruik of tijdens het reinigen een lijn
nat is geworden, dient u deze op een natuurlijke manier
te laten drogen, in de schaduw en uit de buurt van iedere
warmtebron.
• Tijdens het transport en de opslag beschermt u de
uitrusting tegen aanvallen van buitenaf (scherpe randen,
directe warmtebron, chemische producten, UV-straling, ...).
10.
Conformiteit van de installatie
Het bedrijf Tractel SAS RD 619 – Saint Hilaire sous Romilly
– F – 10102 Romilly-sur-Seine France verklaart hierbij
dat de veiligheidsuitrusting die in deze handleiding wordt
beschreven,
• in overeenstemming is met Verordening (EU) 2016/425
van het Europees Parlement, maart 2016.
• is identiek aan het PBM dat onderwerp uitgemaakt van EU,
afgeleverd door het APAVE SUDEUROPE SAS – CS 60193
– 13322 Marseille – Frankrijk, geïdentificeerd door het
nummer 0082 en getest volgens de norm EN 354 (2010),
• worden onderheven aan de procedure die voorzien is in
Bijlage VIII van de Verordening (EU) 2016/425 van het
Europees Parlement, module D, onder toezicht van een
aangemelde instantie: APAVE SUDEUROPE SAS – CS
60193 – 13322 Marseille – Frankrijk, geïdentificeerd met
nummer.
11. Markering
Omschrijving van de benaming:
LS30 l X-Y
LSF30 l X-Y
LS: Algemene term om het gamma enkele leiriemen aan
te duiden.
LSF: Algemene term om het gamma dubbele leiriemen
aan te duiden.