47
NL
1. Belangrijke instructies
1. Voordat u het product gaat gebruiken, is het van
essentieel belang dat de toezichthouder en de
operator de informatie in de handleiding van Tractel
SAS doornemen en begrijpen, om een veilig en
effectief gebruik van de apparatuur te garanderen.
Deze handleiding moet te allen tijde beschikbaar
zijn voor alle operators. Extra exemplaren zijn op
aanvraag verkrijgbaar bij Tractel
®
.
2. Voordat u deze veiligheidsapparatuur gebruikt,
is het van essentieel belang dat gebruikers zijn
getraind in het gebruik. Controleer de staat van het
product en bijbehorende apparatuur en zorg ervoor
dat er voldoende verticale ruimte is.
3. Het product mag alleen worden gebruikt door
getrainde en deskundige operators of door
operators onder toezicht van een supervisor.
4. Het product mag niet worden gebruikt vóór een
inspectie door Tractel SAS of een geautoriseerde
en getrainde technicus, die het opnieuw in gebruik
nemen van het systeem eerst schriftelijk moet
autoriseren, indien:
• het niet in een zichtbaar goede staat verkeert,
• de veiligheid ervan in twijfel wordt getrokken,
• het is gebruikt om een val te stoppen,
• er de afgelopen 12 maanden geen periodieke
inspectie is geweest; de veiligheid van de
gebruiker is afhankelijk van het juiste onderhoud
van de efficiëntie en sterkte van de apparatuur.
5. Een visuele inspectie wordt aanbevolen vóór
elk gebruik; de operator moet controleren of elk
onderdeel in goede staat verkeert, met name door
te kijken of de draairing van de mast aanwezig
is aan de mast en de toestand van die ring te
controleren. Wanneer deze op zijn plek wordt
geplaatst, mogen de veiligheidsfuncties op geen
enkele manier worden aangetast.
6. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Tractel SAS mogen er geen wijzigingen
of toevoegingen worden aangebracht aan
de apparatuur. De apparatuur moet worden
getransporteerd en opgeslagen in de
oorspronkelijke verpakking.
7. Als het gewicht van de operator, inclusief het
gewicht van zijn apparatuur, tussen de 100 kg en
150 kg ligt, is het essentieel dat hij ervoor zorgt dat
het totale gewicht de SWL van elk onderdeel van
het valbeveiligingssysteem niet overschrijdt.
8. Dit product is geschikt voor gebruik bij temperaturen
tussen -35°C en +60°C.
9. Houd u aan de plaatselijk toepasselijke
beroepsregelgeving.
10.
De operator moet lichamelijk en geestelijk fit zijn
bij het gebruik van deze apparatuur. Raadpleeg
bij twijfel uw arts of de beroepsarts. Gebruik door
zwangere vrouwen is verboden.
Inhoudsopgave
............................................46
1. Belangrijke instructies............................................47
...................................48
.......................................................48
2.2. Pictogrammen ...............................................49
3. Bediening...............................................................49
...................................49
4. Functies en beschrijving ........................................49
4.1. Aanbevelingen voor gebruik ...........................50
4.2. Beschrijving van systemen die
compatibel zijn met davitrac ..........................51
4.2.1. blocfor™ R-valstopapparaat ................51
4.2.2. caRol™ R-takel hijsmiddel voor
reddingsdoeleinden .............................52
4.2.3. caRol™ TS- en caRol™ MO- takel
voor materiaal ......................................52
reddingsdoeleinden ............................52
5. Installatie ...............................................................52
5.1. davitrac installeren .........................................52
5.1.1. Het opzetten van davitrac op zijn
permanente bases ...............................53
5.1.2. De davitrac-zwenkkraan en de
zelfstabiliserende basis installeren. .....53
monteren .......................................................53
5.4. De kabel op de kabelgeleidingsrol plaatsen...54
5.5. Een valbeveiligingssysteem installeren op
het verankeringspunt van de davitrac-kop .....54
5.6. Een valbeveiligingssysteem installeren op
het verankeringspunt van de scharnierplaat
van de davitrac ..............................................54
5.7. Een hijsmiddel installeren op de davitrac-kop ...54
5.8. davitrac gebruiken als verankeringspunt
voor een werktuig dat aan een lijn hangt. ......54
6. Verboden gebruik ..................................................54
7. Bijbehorende apparatuur .......................................55
8. Transport en opslag ...............................................55
9. Conformiteit met apparatuur ..................................56
10. Markering.............................................................56
11. Periodieke inspectie en reparaties .......................56
12. Levensduur ..........................................................57
13. Verwijdering .........................................................57
14. Inspectierapport ...................................................58