9
NL
2.5. Afstelling van de drempels
OPMERKING
: In de onderstaande voorbeelden hebben we willekeurig de drempel S1
aangeduid als veiligheidsdrempel en de drempel S2 als complementaire drempel. Het is mogelijk deze
configuratie om te keren aangezien de microschakelaars dezelfde eigenschappen hebben.
2.5.1. In het fabriek afgestelde sensors
Bij de aankoop van een sensor HF 31/1/A2 met de optie "fabrieksinstellingen", is de sensor geleverd met
de afstelschroeven en de contramoeren die met rood vernis verzegeld zijn. Het op de sensor gekleefde
label geeft de afstelwaarde van de drempels aan en de diameter van de kabel waarvoor hij aangepast
werd.
De geleverde tussenstukken, geplaatst tussen de vaste en de mobiele beugel moeten verplicht terug op
hun plaats gezet worden. (Zie § 2.2 punt e).
2.5.2. Afstellen van een veiligheidsdrempel
Voorafgaande voorwaarden: - Sensor correct gemonteerd en bekabeld.
- Afstelschroef zoveel mogelijk losgeschroefd.
- Haak vrij van alle lasten.
Te voorzien materiaal:
- Een last ("MGL" genoemd) equivalent met 100 % van het toegestane
nominale vermogen van dit hijstoestel.
- Een supplementaire last, equivalent aan 10 % van de "MGL".
ACTIES
OPMERKINGEN
1
Til de twee lasten
ongeveer 10 cm op
(100 % + 10 % van de MGL).
De 10 % extra last vertegenwoordigen de
toegestane overschrijdingswaarde volgens de
Europese richtlijnen.
2
Pas de veiligheidsdrempel
aan S1.
Schroef de afstelschroef van de drempel
geleidelijk aan vast (§ 2.1 punt 06) tot aan de
opening van het contact NF (zie § 2.3. b).
Gebruik bijvoorbeeld een Ohm-meter om de staat
van het contact te controleren.
3
Controleer
de goede werking.
Het moet mogelijk zijn de last "MGL" op te tillen.
Het mag niet mogelijk zijn de last "MGL" + 10 % op
te tillen.
In functie van de hijssnelheid is het mogelijk dat
het dynamisch effect een onbedoelde situatie van
overbelasting veroorzaakt. Raadpleeg in dat geval
een technicus die een filterinstelling van het
signaal kan installeren (bv.: temporisatie, etc.).