Tractel Tirak MWX 1020 Original Operation And Installation Manual Download

Page: 116 / 136

Montage- en bedieningshandleiding

NL-14

G961.1 - 03/2012

GEVAAR!

Risico op steek- en snijwonden!

Door draadbreuken in de draadkabel kunnen draden
uitsteken! Uitstekende draden kunnen door
veiligheidshandschoenen snijden of steken!
–

Geschikte zware leren handschoenen dragen bij
werkzaamheden aan de draadkabel.

–

Draadkabel niet door de handen laten glijden.

Gevaar voor kneuzingen en naar binnen trekken!

Bij het invoeren van de kabel bestaat er gevaar dat vingers of
de hele hand met de kabel naar binnen worden getrokken of
tussen kabelrollen en kabelgeleidingen bekneld raken!
–

Terwijl de lier in gebruik is, de kabel niet aanraken. Niet
aan de in- of uitloop van de lier grijpen.

–

Geschikte veilige afstand tot de kabel aanhouden.

–

Let erop dat er geen lussen in de kabel komen.

Aanwijzing:

Wanneer het bevestigingspunt voor de kabel zich boven de lier
bevindt, moet de kabel worden bevestigd voordat deze in de lier
wordt ingevoerd.

Kabelhaspel:

De eerste kabellaag op de kabeltrommel is de basis voor de
kabelwikkeling. De kabel wordt in overeenstemming met de
eerste kabellaag door de kabelgeleiding gewikkeld.
–

Let erop dat de eerste kabellaag strak en netjes op de
trommel zit.

–

Kies bereik en kabellengte zodanig dat de laatste kabellaag
altijd op de kabeltrommel blijft.

Lieren met opvangvoorziening BSO:

Zie Afb. 6.

–

Opvanginrichting openen: handhendel (1) rechtsom
zwenken tot deze zich vergrendelt.

Kabelmagazijn

Zie Afb. 10.

–

De kabel zodanig afrollen zodat er geen kabellussen
ontstaan.

–

De dubbele klem (1) (eindschakelaar OMHOOG) en de veer
(2) op de kabel schuiven.

–

Wanneer een omkeerrol, zwenkrol of opvangvoorziening
BSO aanwezig is: de kabelpunt door de omkeerrol,
zwenkrol of opvangvoorziening BSO steken.

–

De kabelpunt zo ver mogelijk in de inloopbuis van de lier
schuiven.

–

De lier in trekrichting inschakelen.

–

De kabel naschuiven tot het zelfstandig invoert.

–

Lier stoppen, wanneer de kabel via de serviceopening (4) in
de kabelmagazijn (3) te zien is.

–

Kabeleinde uit de serviceopening (4) trekken.

–

Schuif twee stelringen (5) op de kabel en schroef deze ca.
10 cm achter de kabeltip vast.

–

Schuif het kabeleinde weer terug in de serviceopening.

–

Schakel de lier in de hijsrichting in, tot de resterende kabel
in de kabelmagazijn ingelopen is.

–

De dubbele klem (1) voor de eindschakelaar OMHOOG in
de nabijheid van de persklem bij de haak bevestigen.

Kabelhaspel

OPGELET!

Schade door verkeerd ingestelde koppeling!

De noodzakelijke koppelingskracht is afhankelijk van het
kabelgewicht op de kabelhaspel. Een te hoge
koppelingskracht kan vroegtijdige slijtage of schade
veroorzaken. De lieren zijn in de fabriek ingesteld.
–

Verander de koppelingskracht niet!

Zie Afb. 18.
–

De kabel zodanig afrollen zodat er geen kabellussen
ontstaan.

–

De dubbele klem (1) (eindschakelaar OMHOOG) en de veer
(2) op de kabel schuiven.

–

Wanneer een omkeerrol, zwenkrol of opvangvoorziening
BSO aanwezig is: de kabelpunt door de omkeerrol,
zwenkrol of opvangvoorziening BSO steken.

–

De kabelpunt zo ver mogelijk in de inloopbuis van de lier
schuiven.

Lieren met omkeerrollen:

Zie Afb. 11.

–

De lier in trekrichting inschakelen tot de kabel uit de rol (6)
uittreedt.

–

De kabel naschuiven tot het zelfstandig invoert.

GEVAAR!

Gevaar voor inklemmen tussen kabel en rollen!

–

Bij verder invoeren van de lier steeds slechts kort
inschakelen (tipwerking).

–

Kabel in tipwerking intrekken daarbij de kabel met de hand
over de rol (7) en door de wip (8) van de installatie-eenheid
voeren.
Erop letten dar de kabel niet aan de zijkant van de kabelrol
springt.

–

De lier in trekrichting inschakelen en 1 tot 2 m kabel
intrekken:
de kabel bij het intrekken omlaag uit de rol (9) trekken.

–

Lier uitschakelen.