3
Nederlands
Gebruikershandleiding
1 Algemeen
Lees de informatie in deze handleiding, zodat u het apparaat snel leert kennen en direct kunt
profiteren van alle functies ervan.
1.1
Instructies
Deze handleiding bevat belangrijke informatie betreffende de ingebruikname, veiligheid, doel en
reiniging van het apparaat. De handleiding moet altijd aanwezig zijn en dient door alle personen, die
dit apparaat gebruiken, zorgvuldig te worden gelezen. Bewaar deze handleiding altijd goed, en geeft
u deze samen met het apparaat door aan een volgende gebruiker.
2 Veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u belangrijke veiligheidsinstructies voor het gebruik van het apparaat. Het
apparaat voldoet aan de vereiste veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan leiden tot persoonlijk
letsel of schade.
2.1
Beoogde gebruik
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in huishoudens in gesloten ruimten voor:
Ontvochtigen van lucht
Gebruik voor een ander doel of voor een doel dat verder gaat dan deze beschrijving wordt
beschouwd als incompatibel met het beoogde of bedoelde gebruik.
WAARSCHUWING
Gevaar door onbedoeld gebruik!
Gevaren kunnen ontstaan als het apparaat op een onjuiste manier wordt gebruikt en/of wordt
gebruikt voor andere zaken dan het beoogde gebruik.
Gebruik het apparaat alleen voor het bedoelde gebruik.
Neem de procedurele methoden die worden beschreven in deze handleiding in acht.
Alle claims die worden ingediend voor schade als gevolg van onbedoeld gebruik worden niet
gehonoreerd. Alleen de gebruiker draagt hiervoor het risico.
2.2 Algemene veiligheidsinformatie
OPMERKING
Houd de volgende algemene veiligheidsvoorschriften met betrekking tot het veilig gebruik van het
apparaat in acht.
1.
Als het netsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger of soortgelijk gekwalificeerde personen om gevaar te voorkomen.
2.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke vermogens, of gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij ze onder toezicht staan of instructies met betrekking tot het gebruik van het
apparaat hebben ontvangen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
3.
Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.