NL - T18S/BJ
NL - T18S/BJ
-49-
-48-
gereedschap. Gebruik elektrisch gereedschap
niet als u moe bent, of onder de invloed van
alcohol, drugs of medicijnen.
Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap kan leiden tot ernstig letsel.
b) Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM).
Draag altijd oogbescherming. Persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals een stofmasker,
antislipveiligheidsschoenen, veiligheidshelm
en gehoorbescherming voor de betreffende
omstandigheden verlagen het risico op letsel.
c) Voorkom onbedoelde inschakeling. Verzeker
dat de schakelaar op Uit staat voordat u het
gereedschap op de stroomtoevoer en/of accu
aansluit, het oppakt, of het draagt.
Het dragen van
elektrisch gereedschap met uw vinger op de schakelaar,
of het aansluiten van de stroomtoevoer op gereedschap
waarvan de schakelaar op Aan staat, is vragen om
ongelukken.
d) Verwijder eventuele (instel)sleutels voordat
u het elektrische gereedschap inschakelt.
Een
sleutel die op een draaiend deel van het elektrische
gereedschap zit, kan leiden tot letsel.
e) Reik niet te ver. Zorg dat u altijd stabiel staat en
uw evenwicht niet kunt verliezen.
Dit verzekert een
betere beheersing van het elektrische gereedschap in
onverwachte situaties.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
loshangende kleding of sieraden. Hou uw haar en
kleding weg van bewegende delen.
Loshangende
kleding, sieraden en lang haar kunnen worden
aangegrepen door bewegende delen.
g) Als er voorzieningen zijn voor de aansluiting
van stofafzuiging- en opvang, zorg dan dat deze
daadwerkelijk zijn aangesloten en juist gebruikt
worden.
Het gebruik hiervan kan gevaar i.v.m. stof
verminderen.
h) Zorg dat gewoonte door regelmatig gebruik van
gereedschappen niet leidt tot onachtzaamheid en
het niet opvolgen van de veiligheidsmaatregels.
Een onzorgvuldige handeling kan in een fractie van een
seconde leiden tot ernstig letsel.
4) Gebruik van en zorg voor elektrisch
gereedschap
a) Overbelast elektrisch gereedschap nooit.
Gebruik het juiste elektrische gereedschap voor de
toepassing. Het juiste elektrisch gereedschap doet
het werk beter en veiliger op de snelheid waarvoor het
ontworpen is.
b) Gebruik het elektrische gereedschap niet als
de aan-uitschakelaar niet goed werkt.
Als de
schakelaar van het gereedschap niet goed werkt, is dit
gevaarlijk en moet deze gerepareerd worden.
c) Neem de stekker uit het stopcontact en/of
neem de accu (indien verwijderbaar) van het
elektrische gereedschap voordat u het opbergt,
instellingen wijzigt of accessoires verwisselt.
Dergelijke veiligheidsmaatregelen verminderen het risico
van onbedoelde inschakeling van het gereedschap.
d) Berg elektrisch gereedschap dat niet wordt
gebruikt op buiten bereik van kinderen, en laat
mensen die onbekend zijn met het gereedschap of
deze instructies het elektrische gereedschap niet
gebruiken.
Elektrisch gereedschap is gevaarlijk voor
gebruikers die er niet mee bekend zijn.
e) Onderhoud elektrisch gereedschap en
accessoires zorgvuldig. Controleer dat bewegende
delen goed zijn uitgelijnd en niet vastlopen, dat
er geen beschadigde onderdelen zijn, of andere
situaties die de werking van het gereedschap
kunnen beïnvloeden. Bij beschadiging moet het
elektrische gereedschap gerepareerd worden
voordat het weer wordt gebruikt.
Slecht onderhoud
van elektrisch gereedschap leidt tot veel ongevallen.
f) Hou frezen, zagen, enz. scherp en schoon.
Goed
onderhouden frezen met scherpe snijkanten zullen
minder snel vastlopen, en zijn beter te beheersen.
g) Gebruik het elektrische gereedschap,
accessoires en toolbits, enz. in overeenstemming
met deze instructies, rekening houdend
met de werkomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden.
Het gebruik van
elektrisch gereedschap voor andere dan de
bedoelde werkzaamheden kan leiden tot gevaarlijke
omstandigheden.
h) Zorg dat handgrepen en grijpvlakken droog
en schoon zijn, zonder olie of vet.
Bij gladde
handgrepen en grijpvlakken is veilig gebruik en
beheersing van het gereedschap in onverwachte
situaties onmogelijk.
5) Gebruik van en zorg voor accu’s
a) Laad accu’s alleen op met de lader aangegeven
door de fabrikant.
Een lader die geschikt is voor een
bepaald type accu kan leiden tot brandgevaar bij gebruik
met een ander type accu.
b) Gebruik elektrisch gereedschap alleen met de
daarvoor bedoelde accu’s.
Het gebruik van andere
accu’s kan leiden tot risico op letsel of brand.
c) Als een accu niet in gebruik is, hou deze dan
uit de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven
en andere kleine metalen voorwerpen die de
accupolen met elkaar zouden kunnen verbinden.
Het kortsluiten van de accupolen kan leiden tot
brandwonden of brand.
d) Als een accu wordt misbruikt, kan er vloeistof
uitstromen - voorkom contact met deze vloeistof.
Als u er onbedoeld mee in aanraking komt,
spoel deze dan weg met water. Als de vloeistof
in de ogen komt, zoek dan ook medische hulp.
Vloeistof die uit een accu komt, kan leiden tot irritatie of
verbranding.
e) Gebruik geen accu of gereedschap dat is
beschadigd of gewijzigd.
Beschadigde of gewijzigde
accu’s kunnen onvoorspelbaar reageren, en dit kan
leiden tot brand, explosie of gevaar op letsel.
f) Stel een accu of gereedschap nooit bloot aan
vuur of een te hoge temperatuur.
Blootstelling aan
brand of een temperatuur boven 130°C kan leiden tot
een explosie.
g) Volg alle aanwijzingen m.b.t. het laden, en
laad de accu of het gereedschap niet buiten het
temperatuurbereik genoemd in de aanwijzingen.
Onjuist laden, of laden bij een temperatuur buiten het
opgegeven bereik kan de accu beschadigen en het risico
op brand vergroten.
6) Onderhoud
a) Laat het onderhoud aan het elektrische
gereedschap uitvoeren door een gekwalificeerde
reparateur, en alleen met identieke
vervangingsonderdelen.
Dat verzekert dat de
veiligheid van het elektrische gereedschap bewaard blijft.
b) Probeer nooit beschadigde accu’s te repareren.
Reparatie van accu’s mag alleen worden uitgevoerd door
de fabrikant of geautoriseerde dienstverlener.
Aanvullende veiligheidsinstructies
voor lamellenfrezen
•
Het freesblad moet geschikt zijn voor minstens
de snelheid die op de machine is aangegeven.
Als het freesblad op een te hoge snelheid draait, kan
het uit elkaar spatten en letsel veroorzaken.
•
Gebruik de beschermkap altijd.
De beschermkap
beschermt de gebruiker tegen delen van een uit elkaar
gespat freesblad, en onbedoelde aanraking van het
freesblad.
•
Hou de machine vast bij de geïsoleerde
handgrepen.
Het kan immers gebeuren dat de frees
het netsnoer raakt. Als een stroomdraad wordt geraakt,
komen de blote metalen delen ook onder stroom te
staan en deze kunnen de gebruiker dan een schok
geven.
•
Gebruik altijd een freesblad van de juiste
afmeting, met het juiste asgat.
Als het freesblad
niet goed op de montage-elementen van de
lamellenfrees past, zal het blad onregelmatig draaien
en dit zal leiden tot verlies van de controle over het
gereedschap.
•
Druk de machine alleen tegen het werkstuk als
de motor ingeschakeld is.
Anders bestaat er kans
op terugslag doordat het freesblad vastloopt in het
werkstuk.
•
Hou uw handen uit de buurt van het freesgebied
en het freesblad.
Hou de hulphandgreep vast
met uw andere hand. Als beide handen de machine
vasthouden, kunnen ze niet verwond worden door het
freesblad.
•
Frees nooit bij metalen voorwerpen, spijkers of
schroeven.
Het freesblad zou beschadigd kunnen
worden, wat tot meer trilling leidt.
•
Gebruik een geschikte detector om te
controleren of er kabels of leidingen in het
werkgebied aanwezig zijn, of neem contact op
met het nutsbedrijf voor advies.
Contact met
elektrische kabels kan leiden tot elektrische schokken.
Beschadiging van een gasleiding kan leiden tot een
explosie. Beschadiging van een waterleiding kan leiden
tot zaakschade of een elektrische schok.
•
Gebruik geen botte of beschadigde freesbladen.
Botte of beschadigde freesbladen leiden tot verhoogde
wrijving, kunnen vastlopen, en leiden tot onbalans.
•
Hou de machine altijd goed vast met beide
handen en zorg dat u stabiel staat.
Deze machine
kan beter geleid worden met beide handen.
•
Zet het werkstuk goed vast.
Een werkstuk dat met
klemmen of in een bankschroef is gefixeerd, is veiliger
dan als het in de hand wordt gehouden.
•
Leg de machine pas neer als deze geheel tot
stilstand is gekomen.
Het freesblad kan vastlopen,
wat kan leiden tot verlies van de controle over de
machine.
•
Als de machine wordt geleverd met één of meer
hulphandgrepen, gebruik deze dan.
Verlies van de
controle over de machine kan leiden tot letsel.
•
De antislipvoorziening moet altijd zijn
gemonteerd.
•
Gebruik alleen de gereedschappen/freesbladen
genoemd in deze gebruiksaanwijzing.
Gebruik
geen doorslijpschijven of cirkelzaagbladen.
•
Druk de spindelblokkering alleen in als de
machine stil staat.
•
Controleer dat het freesblad goed is gemonteerd
voordat u de machine gebruikt.
Controleer voor gebruik of de beschermkap
goed beweegt. Gebruik geen botte of beschadigde
freesbladen.
Gebruik alleen freesbladen in overeenstemming
met EN 847-1.
RESTRISICO’S
Ondanks het opvolgen van de relevante veiligheidsregels
en toepassing van veiligheidsvoorzieningen, kunnen
zekere restrisico’s niet worden vermeden. Dit zijn:
• Gehoorschade.
• Risico op letsel door rondvliegende deeltjes.