28
Gebruiksaanwijzing
Voor de aansluiting en inbedrijfstelling van het toestel
absoluut de montagevoorschriften en gebruiksaanwij-
zing lezen!
Gebruikte symbolen
Symbool wijst op mogelijke gevaren.
Aanwijzing met informatie en tips.
Veiligheidsinstructies
Bij het gebruik van elektrische toestellen dienen als be-
veiliging tegen elektrische schokken, letsels en brand-
gevaar de volgende fundamentele veiligheidsmaatregelen in
acht genomen te worden. Lees deze instructies en neem de
instructies in acht, voor u het toestel gebruikt.
Opstellen
Zorg ervoor, dat de toestellen veilig opgesteld worden en niet
kunnen neervallen of omvallen. Leg leidingen altijd zodanig,
dat er geen struikelgevaar ontstaat. Stel elektrische toestellen
niet bloot aan regen. Gebruik geen elektrische toestellen in
een vochtige of natte omgeving. Gebruik elektrische toestellen
niet in de omgeving van brandbare vloeistoffen of gassen.
Bescherming tegen elektrische schokken
Gebruik alleen toestellen, waarvan de behuizing en de leidin-
gen onbeschadigd zijn. Zorg ervoor dat de kabels veilig ge-
legd worden. Trek niet aan de kabels.
De elektrische aansluiting van de toestellen via een
aardlekschakelaar 30 mA nominale lekstroom beveili-
gen en alleen op deze wijze gebruiken.
De plaatselijk geldi-
ge installatievoorschriften in acht nemen.
Gebruik
Dit apparaat is in overeenstemming met de voorschriften van
EN 60335-1: 2010 niet bestemd voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met fysieke, sensorische of geestelijke
beperkingen of gebrek aan ervaring en / of kennis, tenzij dit
gebeurt onder toezicht van een voor hun veiligheid verant-
woordelijke persoon of na het ontvangen van hun instructies
over hoe het apparaat gebruikt moet worden.
Over kinderen moet toezicht gehouden worden om ervoor te
zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
Gebruik geen elektrische toestellen voor andere doeleinden
dan het door de producent opgegeven gebruiksdoel. De ven-
tilatieopeningen in de behuizing moeten vrij zijn en mogen
niet door stukken bagage, handdoeken of kledingstukken enz.
bedekt worden.
Let op:
Accu‘s kunnen tijdens het opladen en de werking explosieve
gassen produceren. Vlammen en ontstekingsbronnen uit de
buurt houden. Voor voldoende ventilatie van de accuruimte
zorgen.
Voor het aansluiten of loskoppelen van leidingen garanderen,
dat de stroomtoevoer onderbroken is! Daarvoor de net- of
koppelingsstekker naar het trekvoertuig uittrekken en de bat-
terij afklemmen.
Aansluiting op het net op ferry‘s
De netspanning op ferry‘s kan onderhevig zijn aan sterke
schommelingen. Verbind daarom het apparaat niet met deze
spanning zonder voldoende bescherming.
Generatorwerking
Neem de gebruiksvoorschriften in de handleiding van de fabri-
kant in acht. De generator moet de 230 V netaansluitwaarden
aanhouden. Gebruik het apparaat uitsluitend met een stabiel
lopende generator. De spanningspieken die in de aanloop- en
uitschakelfase (bijv. wegens brandstofgebrek) ontstaan, kun-
nen het apparaat beschadigen.
Herstellingen
Voer geen herstellingen of veranderingen uit aan het toestel!
Wend u tot uw verkoper of tot de Truma Service (zie service-
map of www.truma.com).
Toebehoren
Gebruik alleen toebehoren en hulpstukken die door de produ-
cent zijn goedgekeurd of aanbevolen.
Gebruiksdoel
Het apparaat APC 310 kan samen met de Truma-stroomtoe-
voer (bijv. APS 400-K) als laadautomaat gebruikt worden. Het
dient uitsluitend voor het laden van 12 V-loodaccumulatoren,
bestaand uit 6 afzonderlijke cellen (bijv. autobatterij), met een
capaciteit van 50 Ah – 150 Ah.
Het is universeel bruikbaar en voor continue en parallelle
werking geconcipieerd. Accu‘s met gel, AGM of vloeistof-
elektrolyt zijn het belangrijkste toepassingsgebied van de
laadautomaat.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in caravans.
Gebruik niet conform de voorschriften
Het apparaat is niet geschikt voor het laden van
– 6 V-batterijen of 6 V-loodaccumulatoren,
– niet-oplaadbare batterijen,
– nikkel-cadmium-batterijen.
Indien er batterijen met een nominale spanning van 6 V
met dit apparaat geladen worden, dan start de gasvorming
onmiddellijk. Er kan explosief knalgas ontstaan.
Onderhoud van de accu‘s
(ook onderhoudsvrije accu‘s)
Om een lange levensduur van de accu‘s te bereiken, moeten
de volgende punten in acht genomen worden:
– Accu‘s moeten voor en na een stroomaftapping volledig
opgeladen worden,
– bbij stilstandtijden langer dan 24 uur de stroomkring onder-
breken (bijv. met een scheidingsschakelaar of afklemmen
van de accupolen),
– bij langere stilstandtijden moet de batterij afgeklemd wor-
den en uiterlijk om de 12 weken gedurende 24 uur geladen
worden.
In de winter moet een volledig geladen accu koel en vorstvrij
bewaard en regelmatig (om de 12 weken) bijgeladen worden.