61
Verschuif de aandrijfeenheden zodanig in dwarsrichting dat
het maximale loopvlak van de band wordt afgedekt.
Let op voldoende afstand tussen de aandrijving en de band /
schokdemper, zodat deze elkaar niet raken.
Bij op de band aangezette aandrijfrol bedraagt de mini-
male afstand 10 mm.
min.
10 mm
Afbeelding 27
Draai na juiste plaatsing de bouten (c) van de bevestigings-
set licht aan en controleer vervolgens nogmaals de vereiste
afstanden. Hierbij dient het gewicht van de caravan op de
wielen te rusten.
Plaats de verschuifbare dwarsstang in het midden (m.b.v. de
markering) en elke kant met elk 1 stifttap (g) M8 x 12 fixeren
(15 Nm).
Stifttappen zijn voorzien van schroefborging en mogen
daarom maar één keer worden gebruikt.
De afstand van 20 mm tot de band (met belaste wielen) nog-
maals controleren. Vervolgens de 2 bouten van de bevestigings-
set (M10) meermaals om de beurt met 25 Nm vastdraaien.
25 Nm
Afbeelding 28
Bouten zijn voorzien van schroefborging en mogen
daarom maar één keer worden gebruikt.
Montage van de enkelzijdige bediening
Overtuig u ervan dat de aandrijfrollen
niet
tegen de band zijn
aangezet (aan weerszijden)!
Schuif de dwarsstangen (1) met de gaatjes naar buiten in de
middenbuis van de dwarsstang (2).
Schuif de dwarsstangen (1) op de aanzwenkas (a). Steek de
bouten (5) door de aanzwenkas en schroef ze met de moeren (4)
vast (10 Nm ± 1 Nm).
De middenbuis (2) in het midden uitlijnen, eventueel nameten.
In deze positie de 2 stifttappen (3) erin schroeven (15 Nm).
Ten slotte nogmaals alle schroefverbindingen natrekken.
4
2
3
1
a
5
5
3
4
5
1
M
ov
er ®
SX
M
ov
er ®
SX
Afbeelding 29
Met de bijgeleverde aanzwenkhendel de rollen op de band
aanzetten. Aan weerszijden moeten de aandrijfrollen nu op de
band aanliggen. Controleer ook de tegenoverliggende zijde.
Zet de aandrijfrollen weer vrij van de band.
Herhaal deze werkwijze aan de tegenoverliggende kant.
Elektrische bedrading en besturing
Aanbevolen wordt om de montage en de aansluiting
door geschoold technisch personeel te laten uitvoeren!
De Mover is alleen geschikt voor aansluiting op 12 V-accu’s
(gelijkstroom)!
Vóór aanvang van de werkzaamheden de accuklemmen
van de polen van de accu losmaken en alle externe
stroomvoorziening verwijderen.
De elektrische installatie moet aan de technische en wettelijke
bepalingen van het respectievelijke land van gebruik voldoen
(bijv. EN 1648 -1). Nationale voorschriften en regelingen moe-
ten in acht worden genomen.
Op elke aandrijfeenheid zijn twee high performance kabels
voor de motor (6 mm²) voorgemonteerd. De betreffende
motoraansluitkabels markeren (motor A of B – zie ook aan-
sluitschema) en provisorisch over de caravanvloer naar de be-
oogde montageplaats van de besturing leggen. Een geschikte
plek voor de besturing is bijv. een bergruimte onder een bed
in de directe omgeving van de Mover met een
minimumaf-
stand tot de accu van 40 cm en de besturing mag niet
in een metalen omkasting worden geplaatst.
De besturing in de bergruimte plaatsen en bevestigen met de
bijgeleverde spaanplaatschroeven (5 x 16).
Op een afstand van ca. 150 mm van de aansluitstrip van de
besturing een gat van Ø 25 mm op de caravanvloer markeren
voor de doorvoer van de kabelstrengen.
Vóór het boren op zich eronder bevindende chassisde-
len, tanks, gas-, water- en elektrische leidingen letten!
Gat boren, kabels door de caravanvloer naar de besturing lei-
den en zodanig aanleggen dat deze (met name bij doorvoeren
bij metalen wanden) niet kunnen schuren. Gebruik hiervoor
de bijgeleverde kabelbeschermers om beschadigingen aan de
kabels te vermijden.
De motoren van de Mover bewegen bij het aanzet-
ten op en het vrijzetten van de band.
Ter compensa-
tie de
kabels
ter hoogte hiervan
losjes
met enige speelruimte
bevestigen, om uitrekken van de kabels te vermijden. Er mo-
gen
geen kabels over de besturing worden gelegd!
Kabels m.b.v. de bijgeleverde klemmen en schroeven aan het
chassis resp. de ondervloer bevestigen.
Het gat in de caravanvloer met plastische carrosseriekit
afdichten.