24
Inbouw van de kachel
Trumatic S 3002 P
1. Afb. A:
Plaats de kachel in het bodemgat. Plaats de ther-
mostaatvoeler met hitteschild (7) in de sleuf (8) en schuif het
geheel tot het vastklikt onder de bevestigingsklem (9) door
(afb. A toont de rechtse inbouw, afb. G de linkse inbouw).
De thermostaatvoeler (7) moet zich altijd voor aan de
kachel (aan de kant van het interieur) bevin den. De ther-
mostaatvoeler (7) en de capillaire buis (10) mogen in geen ge-
val tegen de warmtewisselaar of de kachelmantel aan liggen!
2. Afb. C:
Schuif de kachel tegen de afstandshoeken (18) in
de inbouwkast.
3. Afb. A:
Bevestig de kachel met 5 schroeven (3) op de voor-
gestoken punten in de hoeken en centraal vooraan. Versterk
de bodem eventueel met strippen.
4. Afb. A:
Druk de massaveer (30) uit de transportbeveiliging,
zodat deze tegen de inbouwkast ligt (anders werkt de ontste-
king niet).
5. Afb. A:
Steek de drukstang met oogveer (11) in de regel-
kraan (12).
Bevestig de ontstekingskabel (38) aan de kant van de druk-
stang in de bevestigingslussen (39) van de inbouwkast.
Trumatic S 3002
1. Afb. A:
Plaats de kachel in het bodemgat. Plaats de ther-
mostaatvoeler met hitteschild (7) in de sleuf (8) en schuif het
geheel tot het vastklikt onder de bevestigingsklem (9) door
(afb. A toont de rechtse inbouw, afb. G de linkse inbouw).
De thermostaatvoeler (7) en de ontstekingsautomaat
(15) moeten zich altijd voor aan de kachel (aan de kant
van het interieur) bevin den. De thermostaatvoeler (7) en de
capillaire buis (10) mogen in geen geval tegen de warmte-
wisselaar of de kachelmantel aan liggen!
2. Afb. C:
Schuif de kachel tegen de afstandshoeken (18) in
de inbouwkast.
3. Afb. A:
Verwijder de ontstekingsautomaat (15) uit de
houder. Bevestig de kachel met 5 schroeven (3) op de voorge-
stoken punten in de hoeken en centraal vooraan. Versterk de
bodem eventueel met strippen.
4. Op de ontstekingsautomaat (15) de correcte zitting van de
steekaansluitingen (13 + 14) controleren. Dan de ontstekings-
automaat (15) tot aan de aanslag in de lussen (16) schuiven
(afb. A toont de rechter inbouw, afb. G de linker inbouw).
5. Afb. A:
Steek de drukstang met oogveer (11) in de regel-
kraan (12).
Trumatic S 5002
Voor de inbouw van een verwarming Trumatic S 5002
vanaf bouwjaar 05/98 in ruil voor een verwarming
Trumatic S 5002 tot bouwjaar 05/98 levert Truma een extra
montagepaneel (gelieve na te vragen bij uw verkoper).
1. Afb. A:
Plaats de kachel in het bodemgat. Steek de ther-
mostaatvoeler met hitteschild (7) in de sleuf (8) en be vestig
hem met plaatschroef (9) (afb. A toont rechtse inbouw, afb. G
linkse inbouw).
De thermostaatvoeler (7) en de ontstekingsautomaat
(15) moeten zich altijd voor aan de kachel (aan de kant
van het interieur) bevinden. De thermostaatvoeler (7) en de
capillaire buis (10) mogen in geen geval tegen de warmtewis-
selaar of de kachelmantel aan liggen!
Afb. B:
Wordt de verwarming
op een sokkel, dubbele bo-
dem
of iets dergelijks gemonteerd, dan
is gebruik van de
aanzuigverlenging
(art.-nr. 30030-04800, lengte 50 cm)
ver-
plicht.
De aanzuigverlenging moet ca. 5 tot 10 cm onder het
laagste punt van het voertuig vrij in de luchtstroom uitsteken
(lengte indien nodig aanpassen). Voor Trumatic S 5002 zijn
2 aanzuigverlengingen noodzakelijk.
De sokkel of dubbele bodem mag naar het binnenste
van het voertuig toe niet open zijn, en moet wegens ge-
vaar van terugbranden
onder ongunstige windomstandighe-
den vervaardigd zijn van
niet brandbaar materiaal
of aan de
binnenkant met plaatstaal bekleed zijn.
Ter voorkoming van
opeenhoping van onverbrand gas moet de sokkel een
ontluchting
van min. 2 cm²
op het laagste punt hebben
of
naar beneden toe open zijn.
5. Rookgasafvoerbuizen en schoorstenen moeten zo
worden geïnstalleerd, dat geen verbrandingsgassen bin-
nen in het voertuig terecht kunnen komen.
Wij raden u aan de warmeluchtinstallatie Trumavent te
installeren om een gelijkmatige en snelle verdeling van
de warme lucht te bewerkstelligen en de oppervlaktetempera-
tuur van de kachel te laten dalen.
Op wens is de verwarming Trumatic S 5002 ook met een
extra inbouwkast voor twee Trumavent-ventilatoren
leverbaar.
Voorbereidend werk en inbouwkast
1. Zet de sjabloon met punaises in het bodemgat vast, de
pijl moet exact naar de voorkant van de uitsparing wijzen
(R = rechtse inbouw, L = linkse inbouw).
2. Zaag het bodemgat uit en maak vijf punten op de plaat-
sen waar de bevestigings schroeven moeten komen.
Houd u
exact aan de opgegeven maten!
3. Afb. A:
Leg de profielen (5) in het bodemgat en druk ze
naar buiten (eventueel eerst door uitbuigen van de benen
voorspannen, zodat het profiel goed op zijn plaats komt te
zitten).
4. Afb. D:
Op het buitendeel van de inbouwkast de voorgestanste
doorbraken voor de uitlaatpijp losbreken (R = inbouw rechts,
L = inbouw links). Bij kleine inbouwdiepte kan bij de verwar-
ming S 5002 de uitlaatpijp ook zijdelings worden doorgevoerd
(R1 of L1).
Bij inbouw van de speciale pijp voor de binnen-gasaansluiting
(zie „Gasaansluiting“) beide doorvoeringen losbreken.
Indien één Trumavent-ventilator en/of de elektro-extra ka-
chel Truma Ultraheat worden gemonteerd, de desbetref-
fend voorgestanste deksel (T) resp. (U) verwijderen en deze in
overeenstemming met de telkens ingesloten inbouwinstruc-
ties op de inbouwkast voormonteren.
5. Afb. C:
Het buitendeel (1) en het binnendeel (2) van de in-
bouwkast op elkaar leggen en met 5 parkers (19) bevestigen.
Bij de verwarming S 5002 moeten de schroeven (19a)
voor de rechter inbouw en de schroeven (19b) voor de
linker inbouw worden toegepast.
Als u geen Trumavent-ventilator monteert, moet u de
3 schroeven (35) nochtans goed vastdraaien.
6. Schroef de voorgemonteerde inbouwkast met 6 schroeven
(6 – schuin naar buiten) vast.