De pomp moet worden aangesloten op elektrische contacten of startapparatuur
die gemonteerd zijn op een plaats waar ze niet door water overstroomd kunnen
worden.
De elektrische installatie dient te worden uitgevoerd onder supervisie van een
erkend installateur. Open de motor alleen in een werkplaats.
Controleer of de ingestempelde gegevens op het gegevensplaatje van de motor
kloppen met netspanning, frequentie, startapparatuur en startmodus.
Controleer dat de frequentie max. ± 1 Hz en het voltage max. ±5% afwijken. Zorg
ervoor dat de extra aangebrachte thermische motorbeveiliging gelijk is aan de
nominale stroom en dat die correct aangesloten wordt.
Elektrische Installatie
WAARSCHUWING
De elektrische installatie dient plaats te vinden conform de
landelijke en plaatselijke voorschriften.
Aansluiten van elektrische stator- en motorleidingen
Als de pomp niet voorzien is van een voorgemonteerde aansluiting, neem dan
contact op met de Tsurumi dealer.
Voor het kunnen uitvoeren van een juiste aansluiting, moeten het aantal
leidingen, de eventuele controleapparatuur en de startmodus (zie het
gegevensplaatje) bekend zijn.
WAARSCHUWING
Alle elektrische uitrusting moet te allen tijde geaard zijn. Dit
geldt zowel voor de pomp- als voor eventuele
controleapparatuur.
Onjuiste bedrading kan leiden tot lekkage, of brand In ieder geval moet
de aardlekschakelaar en een overstromingssignalering (of schakelaar)
aangesloten worden, die een beschadiging van de pomp en daarbij het
gevaar van elektrische stromen voorkomen.. Ondeskundig aarden kan
binnen enkele weken schade veroorzaken en de pomp uitschakelen door
corrosie. Alle maatregelen moeten worden genomen aan de uiteinden van
de kabel.
WAARSCHUWING
Voordat men de kabel aansluit op de klemmenkast, moet men
ervoor zorgdragen dat de stroomvoorziening
(hoofdschakelaar) gescheiden is. Zo niet, dan kunnen er
elektrische schokken en/of kortsluiting ontstaan.
AANSLUITKABEL
Indien de kabel verlengd wordt, kan het zijn dat de verlengingskabel een grotere
doorsnede nodig heeft dan de pompkabel al naar gelang lengte en opgenomen
vermogen. Een kabel met een geringere doorsnede leidt tot spanningsverlies en
oververhitting van motor en kabel. Hetgeen kan leiden tot herhaalde motorstops,
onbetrouwbaarheid, kortsluiting, brand stroomlekkage en elektrische schokken.
Hetzelfde geldt voor beschadigde of onzorgvuldig aangesloten kabel en wordt bij
onderdompeling verergerd. De kabel mag nimmer vervangen of gesplitst worden
buiten de werkplaats. Bescherm de kabel tegen trekkracht, pletten, schuren en
knikken omdat de koperdraden en de isolatie kwetsbaar is ben beschadiging leidt
tot lekstroom en spanningsverlies, kortsluiting en elektrische schokken. Gebruik
geen pomp met opgerolde kabel omdat een spanningspiek kan leiden tot het
doorslaan en beschadigen van de isolatie...
Noot!
Om veiligheidsredenen moet de massaleiding in de pomp langer zijn dan
de faseleidingen. Als de motorkabel wordt losgerukt moet de massaleiding
de leiding zijn die het laatste van zijn aansluiting loskomt. Dit is aan beide
uiteinden van de kabel van toepassing.
Inbedrijfstelling
Voordat men start
Controleer of alle aanwezige personen bevestigen dat
alles gecontroleerd en in orde is. Controleer of alle
schroeven vastzitten, de pomp stabiel staat, de
drukleiding aangesloten is, niemand in aanraking is
met water of zich in de gevaren zone bevindt.
Zorg ervoor dat de pomp ieder gewenst moment snel
uitgeschakeld kan worden
WAARSCHUWING
De startreactie kan hevig zijn. Houd
de handgreep van de pomp tijdens
het controleren van draairichting niet
vast. Zorg ervoor dat de pomp stabiel staat en niet
kan verdraaien
WAARSCHUWING
Het wijzigen van de draairichting aan een stekkerverbinding
zonder faseverschuiver mag alleen door een erkend
installateur worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Als de ingebouwde motorbeveiliging geactiveerd is geweest,
slaat de pomp af en herstart hij weer automatisch zodra hij is
afgekoeld. Open de motor nooit om wijzigingen te doen. Dit
moet geschieden aan het uiteinde van de kabel.
35
AARSCHUWING
Beschadigde kabels moeten altijd worden vervangen.
WAARSCHUWING
Steek nooit uw hand of een object in de opening wanneer de
pomp draait.
Voordat met werkzaamheden wordt begonnen eerst
controleren of de pomp van het elektriciteitsnet is uitgeschakeld en niet
onder spanning kan worden gezet.
Kabel:
De kabel moet sterk genoeg zijn, zodat hij niet in de inlaat getrokken kan worden
en beschadigd raakt. Zolang de kabel opgerold is, mag deze niet onder spanning
staan omdat anders de sterke warmteontwikkeling de isolatie kan beschadigen.
In geval de kabel in de grond of het beton ligt, moet deze lang genoeg zijn om de
pomp uit het water te kunnen halen als deze uitvalt. Ook moet dan de kabel in
een leiding gelegd worden, omdat de pomp nooit exclusief de kabel in de
werkplaats gebracht mag worden. Het kabeluiteinde als ook het eventuele
waterdichte verbindingsstuk voor de verlengkabel moet zich in een
overstromingsvrije ruimte bevinden.
Een (ervaren) elektricien kan de kabel verlengen en de opening (split) waterdicht
maken. Een 24-uurs dompeltest is noodzakelijk. De kabel bij voorkeur in een
werkplaat verwisselen. Spanningvermindering door een te dunne kabel tussen de
stroomvoorziening en de pomp is meestal de hoofdoorzaak van motorschade.
Let op: Houdt zich strikt aan deze instructie anders de motor zou kunnen
doorbranden!
Wanneer de pomp start, ziet men van boven af, dat de pomp tegen de klok in
draait. Zo niet, kan een elektricien twee van de fasen U, V en W verwisselen. Bij
pompen met een sterdriehoekschakelaar moet u zich tot de Tsurumi dealer
wenden.
Voor een correcte aansluiting van de kabel aan de klemmenkast,
bekijkt u de tabel in de aangegeven diagram.