49
EIGEN CONTROLE VAN DE INSTALLATIE
Voor het controleren van de installatie:
1. Schakel de hoofdspanning van het lichtnet naar de kachel in.
2. Controleer of het bedieningspaneel oplicht.
3. Start de kachel (zie Gebruiksaanwijzing).
4. Controleer of alle drie buiselementen actief zijn (rood wor-
den).
Bewaar deze gebruiksaanwijzing!
Neem bij eventuele problemen contact op met de verkoper.
© Het geheel of gedeeltelijk kopiëren van deze gebruiksaanwijzing is ver-
boden zonder schriftelijke toestemming van Tylö. Wijzigingen in materiaal,
constructie en ontwerp
voorbehouden.
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
Pin:
1
2
3
4
Pin:
9
10
Beschrijving van bekabeling/modulaire stekkers
Afb. 18: Beschrijving modulaire stekkers
1. NTC-sensor
2. Externe schakelaar
3. Deurschakelaar
4. SEC/NTC-sensor (optioneel)
5. Bedieningspanelen RS485
6. Bedieningspanelen RS485
7. Bedieningspanelen RS485
8. Bedieningspanelen RS485
9. Modulaire plug
10. Modulaire stekker
Tabel 3: Aansluiten van componenten in modulaire contacten (max. kabelgrootte naar RJ10: 0,90 mm/0,20 mm², AWG24)
Aansluiten van
Pos.
Pen
Opmerking
Temperatuursensor (10 KOhm)
1
2-3
Moet het model NTC hebben. Kan ook worden aangesloten
op Pos. 4.
Externe schakelaar zonder ledindi-
catie
2
3-4
Is mogelijk met zowel impuls als constante activering.
Externe schakelaar met ledindicatie
2
2-3-4
12 V DC (max. 40 mA). Externe schakelaar Tylö artikelnr.:
9090 8045.
Deurcontact zonder waarschuwing
voor deurstatus
3
3-4
Van het model NO (Normally Open). Deurcontact van Tylö
artikelnr.:
9090 8035.
Deurcontact met waarschuwing voor
deurstatus
3
2-3-4
12 V DC (max. 40 mA)
Gecombineerde temperatuurbeveiliging/temperatuursensor. Alleen toegepast op bepaalde kachelmodellen.
Temperatuurbeveiliging 130°
4
1-4
Temperatuursensor (10 KOhm)
4
2-3
Moet het model NTC hebben.
LET OP
Voor het wijzigen van modulaire bekabeling,
bijvoorbeeld inkorten van een kabel, is een krimptang
nodig.