26 NL/BE
Hydraulische olie verdelen
Schuif bij gesloten daalventiel
5
de hef-
stang
1
in de huls voor de hefstang
6
. Be-
dien de hydraulische eenheid met minimaal
6 krachtige pompbewegingen (hefstang
1
op en neer) en zorg zo voor een gelijkmatige
verdeling van de hydraulische olie.
Opmerking:
Controleer eventueel of het daal-
ventiel
5
gesloten is, door te proberen de ge-
plaatste hefstang
1
met de klok mee te draaien
(zie afb. A).
DRAAI NIET TE STEVIG!
Als hij
niet meer kan worden gedraaid, is het daalven-
tiel
5
gesloten.
De moer
11
dient vóór het gebruik vastgedraaid
te worden.
Ingebruikname
Last (auto) optillen
Draai de hefstang
1
bij gesloten daalven-
tiel
5
met de klok mee in de huls voor de
hefstang
6
(zie afb. B).
Plaats de hydraulische krik volgens de hand-
leiding van de auto onder het daarvoor be-
stemde punt.
Let op dat de draagschotel
3
in het midden
belast wordt. Krik de auto door op- en neer-
waartse bewegingen van de hefstang
1
zo
ver op dat u de steunblokken onder de auto
kunt zetten (zie afb. C).
Laat de auto vervolgens zakken tot op de
steunbokken door het daalventiel
5
door
het draaien van de hefstang
1
langzaam
tegen de klok in draaiend, te openen.
De krik is
NIET GESCHIKT VOOR HET
OMHOOG HOUDEN
van voertuigen.
Last (auto) laten zakken
LEVENSGEVAAR!
Zorg ervoor, dat zich
geen personen of hindernissen onder de auto
bevinden wanneer u de auto laat zakken.
Til de auto (zoals voorheen beschreven) eerst
een beetje op, zodat u de steunbokken kunt
verwijderen.
Draai het daalventiel
5
tegen de klok in
totdat de auto zakt, maar open het ventiel
niet zover dat het losraakt en de hydraulische
olie uit het daalventiel
5
stroomt (zie afb. D).
VOORZICHTIG!
Laat de auto slechts
langzaam zakken. Anders bestaat er gevaar
voor letsel en voor schade aan de krik en /
of de auto.
Trek de garagekrik onder de auto vandaan
en laat de draagarm
2
volledig dalen.
Sluit het daalventiel
5
door het met de klok
mee dicht te draaien.
Adapter monteren (optie)
Krik de krik van zijn oorspronkelijke hoogte
(13,5 cm) op naar een hoogte van 34 cm
door de hefstang
1
omhoog en omlaag te
bewegen (zie hoofdstuk “Ingebruikname”).
Verwijder de zeskantschroef
10
van de
moer
11
met behulp van een steeksleutel
met opzetstuk (18 mm) en een ringsleutel
(19 mm) (zie afb. E).
Verwijder eerst het zadel
13
en plaats de
adapter
9
op de lastplaat
3
. Steek de
zeskantschroef
10
van boven door de
adapter
9
en de lastplaat
3
(zie afb. F).
Plaats de moer
11
onder de draagschotel
3
(zie afb. F).
Fixeer de zeskantschroef
10
en de moer
11
met behulp van een steeksleutel met opzet-
stuk (18 mm) en een ringsleutel (19 mm)
(zie afb. G).
Laat de krik weer neer tot op zijn oorspron-
kelijke hoogte door het daalventiel
5
tegen
de kok in te draaien. Let op dat het daalven-
tiel
5
niet losraakt en geen hydrauliekolie
vrijkomt (zie hoofdstuk “Last (auto) laten
zakken”).
Als u de adapter
9
niet meer nodig hebt,
verwijdert u hem door de zeskantschroef
10
en de moer
11
met behulp van een steeksleu-
tel met opzetstuk (18 mm) en een ringsleutel
(19 mm) van elkaar los te draaien (zie afb. E).