24 NL
Veiligheid
Veiligheidsinstructies voor
batterijen / accu‘s
BATTERIJEN
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN BEWA-
REN!
Het inslikken kan chemische brandwon-
den, perforatie van zacht weefsel en de dood
veroorzaken. Ernstige brandwonden kunnen
binnen 2 uur na het inslikken optreden. Neem
direct contact op met een arts.
LEVENSGEVAAR!
Houd batterijen / accu‘s
buiten het bereik van kinderen. Raadpleeg bij
inslikken onmiddellijk een arts!
EXPLOSIEGEVAAR!
Laad niet
oplaadbare batterijen nooit op. Sluit
de batterijen / accu‘s niet kort en / of
open deze niet. Daardoor kan de batterij over-
verhit raken, in brand vliegen of exploderen.
Gooi batterijen / accu‘s nooit in het vuur of
water.
Stel batterijen / accu‘s nooit bloot aan mecha-
nische belastingen.
Risico dat de batterijen / accu’s lekken
Vermijd extreme omstandigheden en tempera-
turen die invloed op de batterijen / accu‘s zouden
kunnen hebben bijv. radiatoren / direct zonlicht.
Vermijd contact met huid, ogen en slijmvliezen!
Spoel in geval van contact met batterijzuur de
desbetreffende plekken direct af met voldoende
schoon water en raadpleeg onmiddellijk een arts!
DRAAG VEILIGHEIDSHAND-
SCHOENEN!
Lekkende of bescha-
digde batterijen / accu‘s kunnen in
geval van huidcontact chemische brandwonden
veroorzaken. Draag daarom in dit geval geschikte
veiligheidshandschoenen.
Als de batterijen / accu‘s lekken, dient u deze
direct uit het product te halen om beschadigin-
gen te vermijden.
Gebruik alleen batterijen / accu‘s van hetzelfde
type. Gebruik nooit nieuwe en oude batterijen /
accu‘s door elkaar!
Verwijder de batterijen / accu‘s, als u het
product gedurende een langere periode niet
gebruikt.
Risico op beschadiging van het product
Gebruik uitsluitend het aangegeven type
batterij / accu!
Plaats de batterijen / accu‘s volgens de weer-
gegeven polariteit (+) en (-) op batterij / accu
en op product.
Reinig de contacten van de batterij / accu en in
het batterijvak voor het plaatsen met een
droge, pluisvrije doek of wattenstaafje!
Verwijder verbruikte batterijen / accu‘s direct
uit het product.
Veiligheidsinstructies
voor de startkabel
De capaciteit van de voedende startaccu, bijv.
45 Ah, (auto B) mag niet veel lager dan die van
de lege accu (auto A) liggen omdat anders het
starten van het voertuig niet mogelijk is. Er bestaat
overhittingsgevaar.
Er mogen uitsluitend accu‘s met dezelfde nomi-
nale spanning (12 of 24 Volt) met de startkabel
worden verbonden. Anders is er kans op kort-
sluiting en kans op beschadigingen van boor-
delektronica en elektrische componenten.
Tussen de voertuigen (auto A en B) mag geen
carrosseriecontact bestaan of gemaakt worden.
Anders is er kans op kortsluiting.
BRANDGEVAAR!
Houd ontstekers
(bijv. open vuur, brandende sigaren,
sigaretten of elektrische vonken) bij
de startaccu vandaan.
VOORZICHTIG! KANS OP LETSEL!
RISICO OP OOGLETSEL!
Niet over de
startaccu buigen. De elektrolyt is ook bij lage
temperaturen en onafhankelijk van de laadtoe-
stand vloeibaar.
De lege startaccu (auto A) mag bij het start-
hulpproces niet van het bijbehorende boordnet
worden losgekoppeld.
De ontstekingen van de voertuigen moeten voor
het aanklemmen van de startkabel worden uit-
geschakeld en de handrem moet worden aan-
getrokken. Zet bij schakelauto‘s de versnelling
in de vrij en bij automaten op de stand ‚P‘.
Summary of Contents for 354273 2010
Page 3: ...2b A B 1b 3 1 2 1a 2a 4 5 ...
Page 4: ......
Page 12: ...12 ...
Page 20: ...20 ...
Page 28: ...28 ...