120
NL/BE
... / Inbedrijfstelling
branden.
Wanneer de controlelampjes voor de
laadtoestand
8
tijdens de startprocedure
uit zijn, laadt u de mobiele autostarthulp
met powerbank
1
op.
Wanneer het voertuig na de 3e – 5e
start poging niet start, beëindigt u de
start procedure en controleert u of er an-
dere oorzaken zijn die verhinderen dat
het voertuig start.
z
Inbedrijfstelling
z
Capaciteit van de mobiele
autostarthulp met powerbank
controleren
Aanwijzing:
Na het inschakelen van de mobiele
autostarthulp met powerbank
1
met de inschakeltoets
7
schakelt het apparaat na ongeveer 20 seconden automa-
tisch weer uit, wanneer geen verbruiker is aangesloten.
Druk de inschakeltoets
7
in om de capaciteit van de
mobiele autostarthulp met powerbank
1
te controleren.
Tijdens het opladen knipperen de controlelampjes
8
.
Het aantal controlelampjes dat permanent brandt
8
duidt het accuvermogen van de mobiele autostarthulp
met powerbank
1
aan.
Wanneer de mobiele autostarthulp met powerbank
1
volledig is opgeladen, branden alle controlelampjes
8
permanent.
Summary of Contents for UMAP 12000 B2
Page 3: ...1 2 4 7 9 6 3 8 5 A B C D 10 14 11 15 16 12 13 E 16c 16b 16a F 17 16c 16b 16a 17 ...
Page 4: ......
Page 36: ...36 GB IE NI CY MT ...
Page 104: ...104 FR BE CH ...
Page 166: ...166 CZ ...
Page 228: ...228 SK ...
Page 290: ...290 DK ...