AutoCross-Laser 2 XP / AutoCross-Laser 2 XPG
23
NL
A1
A2
2.
1.
A3
A2
A2
A1
4.
3.
A3
A2
<
2 mm / 10 m = OK
Kalibratie controleren:
3.
Plaats het toestel zo dicht mogelijk tegen de wand ter hoogte van punt A1.
4.
Draai het toestel vervolgens 180° en markeer punt A3. Het verschil tussen
A2 en A3 moet binnen de tolerantie van de nauwkeurigheid liggen.
Kalibratiecontrole voorbereiden:
U kunt de kalibratie van de laser controleren. Plaats het toestel in het
midden
tussen twee muren die minstens 5 meter van elkaar verwijderd zijn. Schakel
het apparaat in, desactiveer daarvoor de transportbeveiliging (laserkruis
ingeschakeld). Voor een optimale controle een statief gebruiken.
1.
Markeer punt A1 op de wand.
2.
Draai het toestel 180° om en markeer het punt A2.
Tussen A1 en A2 hebt u nu een horizontale referentie.
Wanneer het verschil tussen punt A2 en A3 groter is dan de
aangegeven tolerantie, nl. 2 mm / 10 m, is een kalibratie nodig.
Neem hiervoor contact op met uw vakhandelaar of met de
serviceafdeling van UMAREX-LASERLINER.
!
Summary of Contents for Laserliner AutoCross-Laser 2 XP
Page 66: ...66...
Page 67: ...AutoCross Laser 2 XP AutoCross Laser 2 XPG 67...