93
De afkortingen in de recepten betekenen:
EL = afgestreken eetlepel (of maatlepel groot)
TL = afgestreken (grote) theelepel (of maatlepel klein)
g = gram
ml = milliliter
Pckg. pakje = pakje droge gist met een inhoud van 7 g voor 500 g
meel – komt overeen met 20 g verse gist
4. Toevoegen van vruchten, noten of graankorrels
Wanneer u ingrediënten wilt toevoegen kunt u dat in alle
programma‘s (behalve confituren) alleen doen, wanneer de piep-
toon te horen is. Indien u de ingrediënten te vroeg toevoegt, wor-
den ze door de kneedhaak vermalen.
Wanneer in de recepten geen standen worden aangegeven, omdat
deze in de voorgestelde programma‘s niet aanwezig zijn, dan
lukken zowel de kleine als de grote hoeveelheden die wij voor
het betreffende model voorstellen, in het aangegeven programma.
De programma‘s zonder standschakeling zijn hierop ge-program-
meerd.
5. Receptgegevens voor de Backmeister-modellen 68511
De volgende recepten zijn voor twee verschillend grote apparaten
bedoeld en bevatten daarom verschillende opgaven m.b.t. de
hoeveelheden.
Kleine bakvorm
Grote bakvorm
STUFE (stand) I
voor 2 kleine
broden, elk van ca.
400 - 500 g
voor broden van ca.
1300 - 1500 g
STUFE (stand) II
voor broden van ca.
1500 - 1.800 g
Conform de tabel Programmaverloop kunt u in enkele programma’s
stand I of stand II voor verschillende grootten van het brood
kiezen.
Het model wordt met telkens twee verschillend grote kneedhaken
geleverd. Gebruik de grode kneedhaken wanneer u in stand II
groten broden bakt opdat de ingrediënten goed gemengd en
gekneed worden. Wanneer u in stand I kleinere broden bakt, raden
wij aan om de kleine kneedhaken te gebruiken om overmatig
groten gaten in het brood te voorkomen.
Wanneer in de recepten geen standen worden aangegeven, omdat
deze in de voorgestelde programma‘s niet aanwezig zijn, dan
lukken zowel de kleine als de grote hoeveelheden die wij voor
het betreffende model voorstellen, in het aangegeven programma.
Bij sommige recepten zijn alleen hoeveelheden voor stand
I aangegeven, omdat in stand II de broden of te groot worden
of het deeg zou kunnen overstromen of de broden in stand II
niet lukken. De programma‘s zonder standschakeling zijn hierop
geprogrammeerd.
6. GEWICHT EN VOLUME VAN HET BROOD
In de onderstaande recepten vindt u precieze gegevens m.b.t. het
gewicht van het brood, die onze adviseuse, mevrouw Blum, na het
bakken van de broden heeft vastgesteld. U zult vaststellen dat de
gewichten bij zuiver witbrood lager zijn dan bij volkorenbrood.
Dit komt doordat witmeel sterker rijst en de gewichten daarop
gebaseerd zijn.
Ondanks deze precieze gewichtsgegevens, kunnen er kleine
afwijkingen voorkomen. Het daadwerkelijke ge-wicht van het
brood hangt in grote mate af van de luchtvochtigheid tijdens de
bereiding.
Alle broden met een overwegend tarwe-aandeel bereiken een gro-
ter volume en komen in de hoogste ge-wichtsklasse na de laatste
rijsfase boven de rand van de broodvorm uit. Ze stromen echter
niet over. De broodbolling boven de rand van de broodvorm is
daarom iets minder bruin dan het brood binnen de broodvorm.
Wanneer bij zoete broden het programma Snel wordt voorgesteld,
kunt u de kleinere hoeveelheden (alleen deze) van de betreffende
receptvoorstellen ook in het programma Gistkoek bakken,
waardoor het brood luchtiger wordt. Kies in het programma
Gistkoek dan Stand I.
7. BAKRESULTATEN
Het bakresultaat hangt met name af van de plaatselijke omstan-
digheden (zacht water - hoge luchtvochtigheid - grote hoogte – sa-
menstelling van de ingrediënten enz.). Daarom zijn de gegevens
in de recepten richtwaarden, die eventueel moeten worden aan-
gepast. Wanneer een bepaald recept niet in een keer lukt, laat de
moed dan niet zakken, maar tracht de oorzaak te achterhalen en
probeer bijv. eens andere hoeveelheidsverhoudingen.
Wij adviseren, voordat u met behulp van de Tijdkeuze `s nachts
brood gaat bakken, eerst een proefbrood te bakken, zodat u indien
nodig het recept nog kunt wijzigen.