32
TEMPERATURREGELING
1. Het is mogelijk om voor het bovenste en het
onderste grillvlak verschillende temperatu-
ren in te stellen of ook alleen maar één van
de platen te verwarmen.
Richtwaarden zijn:
Geringe hitte: sjasliek, worstjes
Gemiddelde hitte: roosten, spiegeleieren
bakken, sandwiches
Grote hitte: grilleren, toasten
TIPS VOOR HET GEBRUIK
GRILLEN EN BRADEN AAN EEN / TWEE KANTEN
1. Plaats de grill in de gewenste positie op een
hittebestendig vlak.
2. Wanneer u slechts één plaat nodig hebt,
plaats het bovenste deksel in loodrechte
stand.
3. Wanneer u beide platen nodig hebt, hef de
bovenste deksel in loodrechte stand en voer
de zijdelingse lijven in de bovenste sleuven
van de zijdelingse scharnieren.
4. Wanneer u een groter grill- of braadvlak
benodigt of op een geprofileerde plaat wilt
grilleren of op de gladde plaat wilt braden,
klap het bovenste deksel geheel naar acht-
eren.
5. De omkeerbare grillplaten kunnen door
lichtjes op de fixeerveren te drukken makk-
elijk eruit genomen worden.
6. Stel de temperatuurregelaar op de gewenste
temperatuur in en laat het apparaat
opwarmen.
7. Zodra de controlelampjes gaan branden, is
de gewenste temperatuur bereikt.
1. Wanneer de grillplaat bij het grilleren aan
één kant de gewenste temperatuur heeft
bereikt, plaats het te grilleren materiaal op
de onderste plaat en grilleer na uw smaak.
2. Indien u aan beide kanten wilt contact gril-
leren, dienen de beide platen te zijn opge-
warmd. Plaats het te grilleren materiaal op
de onderste plaat en breng het bovenste
deksel direct op de biefstuk door het deksel
iets op te lichten en omlaag te brengen.
3. Als u wilt gratineren, bijv. toasts, sandwi-
ches, verwarm dan eveneens beide platen
en gebruik.
4. Wanneer u gerechten in een vat wilt gratine-
ren, verwarm dan alleen de bovenste plaat.
Gebruik bij voorkeur een plat vat en let erop
dat het vat niet van de onderste plaat naar
beneden kan glijden.