N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
40
CONFIGURATIE VAN HET RADIOKANAAL
Als het netwerk niet geconfigureerd is, bewaakt de basis de 16 mogelijke radiokanalen en registreert de activiteit die in de ruimte gaande
is. Om een nieuw netwerk op te zetten, is het handig om een kanaal met een lage radioactiviteit te kiezen om interferentie te voorkomen.
Zet Dip switch 8 op ON: de groene en rode led verstrekken een aanduiding over de kwaliteit van het geselecteerde kanaal:
-
rode led:
kanaal niet bruikbaar
-
groene led:
een keer knipperen – gemiddelde kwaliteit
dubbel knipperen – goede kwaliteit
drie keer knipperen – beste kanaal
Gebruik de Dip switches 3 tot 6 om van radiokanaal te veran
LET OP: Is het kanaal eenmaal geselecteerd, zet Dip switch 8 dan op OFF.
LET OP: Het kanaal kan niet gewijzigd worden nadat het netwerk geconfigureerd is.
Als op Dip switches 3 tot 6 ingegrepen wordt terwijl het netwerk geconfigureerd is, zal de rode led een reeks van 4 keer
knipperen uitzenden.
RESET CONFIGURATIE VAN DE BASIS
Om de configuratie van een basis te wissen, is het noodzakelijk de PROG-toets van de basis ingedrukt te houden tot de rode led begint te
knipperen. Laat de toets vervolgens los en herhaal de configuratie van het radiokanaal.
TOEKENNING VAN DE SENSOR AAN DE BASIS
Tijdens de fase van toekenning communiceert de sensor de configuratie waarmee hij geïnstalleerd is aan de basis.
N.B.: als een sensor op geen enkele lijst aangesloten is kan hij niet aan de basis toegekend worden.
LET OP: alvorens verder te gaan, controleert u of de lijsten correct op de sensoren aangesloten zijn.
Als de toekenning eenmaal voltooid is, is het niet meer mogelijk de aansluitingen van de sensor te wijzigen.
Installeer de sensoren door de bij het product verstrekte instructies te volgen. Handel daarna als volgt:
Handel als volgt om een lijst aan
groep 1
toe te kennen:
1.
Druk 1 keer op de toets PROG van de basis: De led ALARM knippert met een enkelvoudige sequentie
2.
Houdt de toets SET van de sensor ingedrukt tot led L3 intens en regelmatig gaat knipperen. Laat vervolgens de toets los.
3.
De basis verlaat automatisch de aanleermodaliteit en de sensor begint te zenden gedurende een periode van 15 seconden
Handel als volgt om een lijst aan groep 2 toe te kennen:
1.
Druk 2 keer op de toets PROG van de basis: De led ALARM knippert met een dubbele sequentie
2.
Houdt de toets PROG van de sensor ingedrukt tot led L3 intens en regelmatig gaat knipperen. Laat vervolgens de toets los.
3.
De basis verlaat automatisch de aanleermodaliteit en de sensor begint te zenden gedurende een periode van 15 seconden
Handel als volgt om een lijst aan
beide groepen
toe te kennen:
1.
Druk 3 keer op de toets SET van de basis: De led ALARM knippert met een drievoudige sequentie
2.
Houdt de toets SET van de sensor ingedrukt tot led L3 intens en regelmatig gaat knipperen. Laat vervolgens de toets los.
3.
De basis verlaat automatisch de aanleermodaliteit en de sensor begint te zenden gedurende een periode van 15 seconden
N.B.: De toekenning moet binnen 15 seconden voltooid worden anders verlaat de basis de aanleermodaliteit.
4.
Sluit na afloop de houder van de sensor en breng opnieuw de schroeven aan.
5.
Herhaal de handelingen voor de andere sensoren van het netwerk. Als alle sensoren geïnstalleerd en toegekend zijn, sluit dan ook
het deksel van de basis.
TESTEN VAN DE LIJST
Activeer de testmodaliteit op de basis door Dip switch 8 op ON te zetten. Druk op de lijst en controleer of:
1.
de led op de sensor permanent ingeschakeld blijft
2.
de rode led (OUT1/OUT2) op de basis ingeschakeld wordt
3.
de centrale het alarm op de ingang, waarop de uitgang van de groep aangesloten is, herkent
LET OP: Is het testen eenmaal klaar dan moet Dip switch 8 weer op OFF gezet worden.