DVM894
V. 01 – 21/01/2015
23
©Velleman nv
7.3
AC/DC Voltage Meting
WEES VOORZICHTIG BIJ HET METEN VAN HOOGSPANNINGSCIRCUITS OM
ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN LETSELS TE VOORKOMEN. TEST GEEN
SPANNINGSWAARDEN HOGER DAN 600 V AC/DC.
1.
Steek de zwarte testdraad in de COM-bus en de rode testdraad in de VTempΩ
Hz bus.
2.
Zet de draaischakelaar op V
voor de DC-meting en op V
voor de AC-
meting. Selecteer het gepaste bereik.
3.
Voor het meten verbindt u de testdraden met de spanningsbron- of lading.
4.
Lees de waarde af bij de hoofdindicator op het LCD-scherm. Het
polariteitssymbool geeft de polariteit weer van het uiteinde dat verbonden is
met de rode testdraad.
Opmerkingen
Bij een klein spanningsbereik, verschijnen onstabiele meetresultaten vooraleer
de testdraden contact maken met het circuit. Dit is normaal aangezien de meter
zeer gevoelig is. Wanneer de testdraden verbonden zijn met het circuit,
verschijnen de tru-meetwaarden.
Wanneer 1 verschijnt op het LCD-scherm betekent dit dat de meting het
toegelaten meetbereik overschreden heeft. Er moet een hoger bereik
geselecteerd worden.
Wanneer de te meten schaalwaarde onbekend is, selecteert u eerst het hoogste
bereik en verlaagt u het bereik.
7.4
AC/DC Stroommeting
WEES VOORZICHTIG BIJ HET METEN VAN HOOGSPANNINGSCIRCUITS OM
ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN LETSELS TE VOORKOMEN. TEST GEEN
SPANNINGSWAARDEN HOGER DAN 600 V AC/DC.
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN TE VERMIJDEN, HET
CIRCUIT UITSCHAKELEN EN DE CONDENSATOREN ONTLADEN VOOR HET
METEN VAN DE STROOM.
1.
Steek de zwarte testdraad in de COM-bus.
2.
Wanneer de te meten stroomwaarde < 200 mA, steekt u de rode testdraad in
de mA bus. Wanneer de te meten stroomwaarde tussen 200 mA en 10 A ligt,
steekt u de rode testdraad in de 10A bus.
3.
Zet de draaischakelaar op A
voor de DC-meting en op A
voor de AC-
meting. Selecteer het gepaste bereik.
4.
Verbind de testdraden met het circuit.
5.
Lees de waarde af op het display.
6.
Het polariteitssymbool geeft de polariteit weer van de rode testdraad.