DVM894
V. 01 – 21/01/2015
24
©Velleman nv
Opmerkingen
Wanneer 1 verschijnt op het LCD-scherm betekent dit dat de meting het
toegelaten meetbereik overschreden heeft. Er moet een hoger bereik
geselecteerd worden.
Wanneer de te meten schaalwaarde onbekend is, selecteert u eerst het hoogste
bereik en verlaagt u het bereik.
Het waarschuwingssymbool geeft weer dat de maximale stroomwaarde van de
mA bus 200 mA is en de maximale stroomwaarde van de 10A bus 10 A.
Ongeacht welke bus u gebruikt, zal de zekering doorbranden bij een te hoge
stroomwaarde.
7.5
Weerstandmeting
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN TE VERMIJDEN, HET
CIRCUIT UITSCHAKELEN EN DE CONDENSATOREN ONTLADEN VOOR HET
METEN VAN DE WEERSTAND.
1.
Steek de zwarte testdraad in de COM-bus en de rode testdraad in de VTempΩ
Hz-bus.
2.
Zet de draaischakelaar op Ω en selecteer het gepaste bereik.
3.
Verbind de testdraden met de uiteinden van de weerstand of met het circuit.
4.
Lees de waarde af op het LCD-display.
Opmerkingen
Bij een geopende ingang, verschijnt 1 op het LCD-display om te waarschuwen
voor overbelasting. Voor het meten van weerstanden hoger dan 1 MΩ, kan het
enkele seconden duren vooraleer u een stabiele meting verkrijgt. Dit is normaal
voor metingen van hoge weerstanden.
7.6
Diode
1.
Steek de zwarte testdraad in de COM-bus en de rode testdraad in de VTempΩ
Hz bus.
2.
Zet de draaischakelaar op .
3.
Voor het testen verbindt u de rode testdraad met de anode en de zwarte
testdraad met de kathode van de diode.
4.
Lees de waarde af op het LCD-display.
Opmerkingen
De meter geeft de voorwaartse spanningsval van de diode weer.
Wanneer de testdraden omgedraaid of geopend, verschijnt 1 op het LCD-
scherm.
7.7
Continuïteit
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN TE VERMIJDEN, HET
CIRCUIT UITSCHAKELEN EN DE CONDENSATOREN ONTLADEN VOOR HET
METEN VAN DE CONTINUÏTEIT