DVM903
V. 02
–
29/01/2020
21
©Velleman nv
•
Gebruik de meter nooit voor CAT II-installaties bij spanningsmetingen
die de veiligheidsmarge van 600 V boven het massapotentiaal (kunnen)
overschrijden.
Gebruik de meter nooit voor CAT IV-installaties bij spanningsmetingen
die de veiligheidsmarge van 300 V boven het massapotentiaal (kunnen)
overschrijden.
•
Plaats de bereikschakelaar in de hoogste stand indien u de intensiteit
van de belasting niet op voorhand kent.
•
Ontkoppel de meetsnoeren van het meetcircuit alvorens u aan de
draaischakelaar draait.
•
Wanneer u metingen uitvoert op een tv of een schakelende voeding,
mag u niet vergeten dat een sterke stroomstoot ter hoogte van de
geteste punten de meter kan beschadigen.
•
Wees uiterst voorzichtig bij metingen > 60 VDC of > 30 VAC rms. Houd
tijdens metingen uw vingers achter de beschermingsrand van de
meetpennen.
•
Voer nooit weerstands-, diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits
waarop spanning aanwezig is. Zorg ervoor dat alle condensatoren in het
circuit volledig ontladen zijn.
6.
Algemene omschrijving
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding:
1.
Display
3 ½-digits, 7 segmenten, LCD
2.
Functieknoppen
3.
Draaischakelaar
4.
“15A” bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om een max. stroom
van 15 A te meten.
5.
“V
Hz”
-bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om spanning, weerstand
en stroom (uitgez. 10 A) te meten.
6.
“COM” bus
Sluit het zwarte (-) meetsnoer aan.
7.
“µAmA”
-bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om stroom (uitgez. 15
A) te meten.
7.
Overspannings-/installatiecategorie
DMM’s worden opgedeeld volgens het ris
ico op en de ernst van
spanningspieken die kunnen optreden op het meetpunt. Spanningspieken
zijn kortstondige uitbarstingen van energie die geïnduceerd worden in een
systeem door bv. blikseminslag op een hoogspanningslijn.