DVM94
V. 02 – 02/09/2016
25
©Velleman nv
12.
Weerstand meten
Voer geen weerstandsmetingen uit in circuits waarop spanning
aanwezig is. Zorg ervoor condensatoren in het circuit volledig
ontladen zijn.
1.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "V
Ω
mA"-bus en het zwarte
testsnoer op de "COM"-bus (het rode meetsnoer heeft een positieve
polariteit "+").
2.
Plaats de draaiknop in de gewenste stand ("
Ω
").
3.
Sluit de meetsnoeren aan op de weerstand en lees de LCD-display.
4.
Zorg ervoor dat bij weerstandsmetingen geen spanning meer op het
circuit staat en condensatoren volledig ontladen zijn.
13.
Diode meten
Voer geen diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits waarop
spanning aanwezig is. Zorg ervoor condensatoren in het circuit
volledig ontladen zijn.
1.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "V
Ω
mA"-bus en het zwarte
testsnoer op de "COM"-bus (het rode meetsnoer heeft een positieve
polariteit "+").
2.
Plaats de draaiknop in de " " stand.
3.
Sluit de rode meetsnoer met de anode van de diode in kwestie en sluit
het zwarte meetsnoer aan op de kathode van de diode. Het
voorwaartse spanningsverlies van de diode verschijnt nu op de display.
Wordt de schakeling omgedraaid, dan verschijnt enkel het cijfer "1" op
de display.
14.
Continuïteit meten
Voer geen diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits waarop
spanning aanwezig is. Zorg ervoor condensatoren in het circuit
volledig ontladen zijn.
1.
Sluit het rode meetsnoer aan op de"V
Ω
mA"-bus en het zwarte
meetsnoer op de "COM"-bus.
2.
Plaats de draaiknop in de " " stand.
3.
Sluit de meetsnoeren aan op de twee punten van het circuit die u wilt
meten. De ingebouwde zoemer zal in werking treden als er continuïteit
is