CS120_v2
VELLEMAN
9
5. Houd de zoekschotel evenwijdig met en op een hoogte van ongeveer 5cm boven de grond. Beweeg de
zoekschotel langzaam zijwaarts over het gebied waar u het testmateriaal gelegd hebt.
•
De precisie afstellen
Door de precisie van de discriminator af te stellen zult u de reactie van de detector op een metalen voorwerp
beïnvloeden. Onder discriminatie verstaat men de graad van onderscheid tussen de verscheidene metaaltypes,
namelijk de ferrometalen en non-ferrometalen. Hoe hoger het discriminatieniveau, hoe moeilijker het wordt voor
de detector om kleinere objecten waar te nemen. Draai de discriminatie dus naar het minimum toe wanneer u
kleine objecten wenst op te speuren. Onthoud dat u het discriminatieniveau moet aanpassen telkens wanneer u
een nieuw gebied doorzoekt.
•
Een positie precies bepalen
De exacte positie van een voorwerp bepalen, maakt het opgraafwerk een stuk makkelijker, maar oefening baart
nog altijd kunst. Wij raden u dan ook aan eerst op uw eigen grondgebied ervaring op de doen alvorens op andere
locaties te gaan werken. Volg deze stappen om een voorwerp precies te lokaliseren:
1. Als de detector een begraven voorwerp bespeurt, verklein dan de reikwijdte van uw zijwaartse beweging.
2. Kijk nauwkeurig boven welke plaats de detector een signaal geeft.
3. Houd de zoekschotel stil vlak boven dat punt op de grond. Beweeg de zoekschotel vervolgens enkele keren
voor- en achterwaarts, en kijk opnieuw waar precies de detector zijn signaal geeft.
4. Herhaal de stappen 1 tot 3, iedere keer haaks op de laatste beweging. Duid de precieze locatie op de grond
aan met een kruis (X). Het voorwerp zal zich recht onder het punt X bevinden.
OPMERKING: Verklein de reikwijdte en vertraag de zijwaartse beweging wanneer metalen afval de signalen
stoort. Pas begraven muntstukken zenden een verschillend signaal uit dan muntstukken die al geruime tijd
onder de grond liggen tengevolge van oxidatie. Begraven spijkers, moeren, bouten en andere ijzeren
voorwerpen oxideren en creëren een halo-effect. Dit effect wordt veroorzaakt door natuurlijke elementen en
oxidatie, wat de precieze plaatsbepaling van een voorwerp lastig maakt.
•
Valse signalen
Net doordat het toestel zeer gevoelig is, kunnen metalen afval en andere bronnen de opgevangen signalen storen.
Zoek daarom misschien best naar voorwerpen die een sterk en regelmatig signaal uitzenden. Probeer, terwijl u
de zoekschotel heen en weer beweegt, de verschillende signalen te herkennen. Onderzoek telkens kleine
oppervlakken met trage zijwaartse bewegingen.
•
Belangrijke opmerking
Geen enkele detector op de huidige markt is 100% onfeilbaar. Verscheidene omstandigheden kunnen de
waarnemingskans beïnvloeden: de invalshoek en de diepte, de grootte, het ijzergehalte van het voorwerp, enz.
4. Problemen en oplossingen
Probleem
Suggestie
U zwaait de detector te vlug of in de verkeerde hoek heen en weer.
Raadpleeg paragrafen “
De detector testen en gebruiken
” en “
Een
positie precies bepalen
” en lees hoe de detector te gebruiken.
De detector toont of geeft een verkeerd
signaal weer.
Het waargenomen metaal is zwaar geoxideerd. Probeer de positie van
het voorwerp vanuit verschillende hoeken te bepalen. Raadpleeg
paragraaf “
Een positie precies bepalen
”.
Er is meer dan één metaaltype aanwezig.
De detector herkent het metaaltype niet.
De niveaumeter geeft het verkeerde
metaaltype weer.
Een zwaar geoxideerd voorwerp wordt misschien niet door de detector
waargenomen. Dit is geen gebrek en is volkomen normaal.
Summary of Contents for ED21120
Page 2: ...CS120_v2 VELLEMAN 2...