CS300
VELLEMAN
11
b.
De batterijen plaatsen
1. Zorg ervoor dat het toestel uitgeschakeld is.
2. Haal, achteraan het bedieningspaneel, het dekseltje van het batterijvak (van het midden weg schuiven).
3. Plaats een 9V-batterij in het batterijvak.
4. Sluit het batterijvak.
Omtrent batterijen
-
Gebruik enkel nieuwe alkalinebatterijen van het juiste formaat en de juiste spanning.
-
Verwijder de batterij wanneer u het toestel niet gebruikt. Batterijen kunnen chemicaliën lekken, die de
elektronica kunnen beschadigen.
-
De detector is uitgerust met een extra batterijvak voor de reservebatterij. Om ze langer te laten meegaan,
wisselt u de linker- en rechterbatterij best na elke 3 à 4 uur gebruik.
-
Verleng de levensduur van de batterij door het toestel te gebruiken met een hoofdtelefoon. De
hoofdtelefoon verbruikt minder stroom dan de ingebouwde luidspreker.
5. Bediening
a.
De detector aanzetten
Zet eerst de volumeknop op 12 uur (half open). Zet de stroomschakelaar aan. Alle symbolen verschijnen op
het lcd-scherm en de detector produceert respectievelijk een lage, een midden- en een hoge toon. Na
ongeveer 2 seconden schakelt de detector automatisch over naar stand-by. Op het lcd-scherm verschijnen
SENS, DISC en hun respectievelijke waarden vóór het uitschakelen van de detector.
b.
De gebruiksmodus bepalen
De detector heeft vier gebruiksmodi: ALL-METAL, DISC, NOTCH en AUTO NOTCH. U kunt de modus
bepalen door op de MODE-knop links op het knoppenpaneel in te drukken. Het lcd-scherm zal de
geselecteerde modus weergeven.
-
ALL-METAL: voor alle metaaltypes. Het is belangrijk dat, wanneer u in deze modus zoekt, u de
bodembalans van de detector instelt zodat het grondeffect, dat door de mineralen in de bodem wordt
veroorzaakt, of het effect van het zoute water op de stranden, neutraliseert. Druk hiervoor meermaals op
GND TRAC om de detector te stabiliseren. Laat de zoekschotel zakken en beweeg hem traag heen en
weer op een hoogte van 2 à 3cm. De detector zoemt en identificeert het voorwerp wanneer deze een
metalen object heeft opgespeurd. Hoe hoger de toon, des te dichter beweegt u de zoekschotel over het
metalen voorwerp.
-
DISC: om te discrimineren. Regel het bereik bij door op ADJ te drukken. Vermeerder of verminder het
bereik met + respectievelijk –.
-
NOTCH: wordt gebruikt om een bepaald type metaal te negeren of op te speuren. Het lcd-scherm geeft
een onderaan de pijltjes een rij balkjes weer. Druk op + of – om een icoon te selecteren. U ziet nu een van
de pijltjes boven de balkjes flitsen. Druk op ENT om de icoon door de pijl aangeduid te selecteren. Het
balkje onder de pijl zal flitsen en de detector zal het geselecteerde voorwerp negeren en niet meer melden.
Druk opnieuw op ENT om deze functie op te heffen.
-
AUTO NOTCH: automatisch negeren van afval zoals schroefdoppen, bliklipjes of S-CAPS. Muntstukken
worden wel nog opgespeurd.
OPMERKINGEN:
-
In de DISC-, NOTCH- en AUTO NOTCH-modi, druk op ADJ om de gevoeligheid (SENS) bij te stellen. Druk
op + om te vermeerderen, druk op – om te verminderen.
-
Verhoog de gevoeligheid wanneer u diep ingegraven voorwerpen wilt opspeuren. Stel de gevoeligheid
echter niet op haar maximum; zo maakt u de detector vatbaar voor valse signalen van antennes en
elektrische leidingen.
-
Het negeren van bepaalde voorwerpen, zoals in de NOTCH-modus, is in de AUTO NOTCH-modus niet
beschikbaar.
Summary of Contents for ED21300
Page 2: ...CS300 VELLEMAN 2...