VCC2
VELLEMAN
27
3) De gevoeligheid van de bewegingswaarnemer instellen
Klik op de knop 'Sensitivity Setup' om de 'Activity Blocks' te tonen en de gevoeligheid in te stellen. De
'Activity Blocks' zullen zich over het bewegende voorwerp heen leggen en zo de bewegingen op het
scherm doen uitkomen. Regel de gevoeligheid door het controlescherm te gebruiken. Klik op de 'UP' –
knop om de gevoeligheid te verhogen en op de 'DOWN'-knop om de gevoeligheid te verlagen.
De waarde van de gevoeligheid in het controleschermpje is een willekeurige waarde en toont de
relatieve waarde van de gevoeligheid aan. Regel de gevoeligheid door de 'Activity Blocks' op het
scherm te controleren. Zorg ervoor dat deze optimaal geregeld zijn om vals alarm te vermijden. Gebruik
de knop 'Show within detection area' om de 'Activity Blocks' aan een welbepaald gebied toe te
vertrouwen.
4) Het waarnemingsinterval regelen
Het voorkomen van een gebeurtenis wordt waargenomen door de opeenvolgende videoframes in
onderling verband te zetten. In het "Detection Interval"-controleschermpje kan u het interval tussen deze
opeenvolgende frames instellen. Het waarnemingsinterval bestaat uit eenheden van 100mS. De
defaultwaarde is 200mS.
5) Verlenging van de opnametijd
De waargenomen bewegingen in de aftastgebieden worden gebruikt als aanzetter van een
alarmopname voor de overeenkomstige camera. Wanneer de opname is gestart, zal de opname zich
voortzetten, ook na het stoppen van de beweging (= verlenging van de opnametijd).
Deze verlenging kan worden geregeld door het 'Post motion rec.'-schermpje te gebruiken. Het
tijdsinterval staat aangeduid in secondes en staat in het controleschermpje. De defaultwaarde is3
secondes.
6) De waarnemingsfunctie van beweging activeren
Wanneer de parameters zijn ingesteld, klik op het 'Motion Detection Enable'-schermpje om deze functie
te activeren. (Vink het vakje 'Motion detection enable' uit om de waarnemingsfunctie tijdelijk uit te
schakelen. De instellingen van de bewegingswaarneming blijven onveranderd en maakt het makkelijker
om de bewegingswaarneming terug in te schakelen). Klik op de knop 'Close', de overeenkomstige
cameraknop toont een geel roostertje om aan te duiden dat de waarnemingsfunctie op actief staat. Het
waarnemingsgebied verschijnt op het videoscherm wanneer de knop '
Show at all times'
is ingedrukt.
Het gele roostertje toont
aan dat de
waarnemingsfunctie op
actief staat.