VDPL1203MHRGBW
V. 01 – 26/10/2012
17
©Velleman nv
7.3
Standalone
In autonome modus draait het toestel één van de ingebouwde programma's: automatisch of geluidsgestuurd.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Scherm Beschrijving
Geluidssturing
mogelijk
Pan/tiltbeweging
mogelijk
Macro
Eigen programma. Zie
Macroprogrammering
voor meer
informatie.
ja ja
Fade
Ingebouwd programma: kleurwissel, met
fade-effect
ja ja
Twinkling
Ingebouwd programma: kleurwissel, met
stroboscoopeffect
ja ja
ChangeColor
Ingebouwd programma: kleurwissel, geen
effecten
ja Ja
10000K
8500K
…
Green
Red
Verschillende ingebouwde, vaste kleuren
neen
Geen beweging, statische
standaard pan/tiltpositie
ManualDimmer
Eigen kleur. Zie
Manule modus
voor meer
informatie.
neen
Geen beweging, maar
statische pan/tiltpositie is
regelbaar
Opmerking:
Bij het inschakelen, start het toestel automatisch op in DMX-modus (op het scherm verschijnt
<LED Addr:xxx>).
Om het toestel in autonome modus (stand-alone) te plaatsen:
1.
Sluit niets aan op de DMX-ingang
[4]
van het toestel.
2.
Druk op <SET/ESC> tot <SET Menu> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
3.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Master/Alone> te selecteren en druk op <ENTER>.
4.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Alone Mode> te selecteren en druk op <ENTER>.
De indicator “Alone” verschijnt onderaan rechts op het scherm wanneer u het ingebouwde programma
selecteert.
5.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Auto/Sound> te selecteren en druk op <ENTER>.
6.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om de gewenste modus te selecteren:
o
<Auto Mode> voor normale modus. De indicator “Auto” verschijnt onderaan links op het scherm
wanneer u het ingebouwde programma selecteert.
o
<Sound Mode> voor geluidsgestuurde modus. De indicator “Sound” verschijnt onderaan links op het
scherm wanneer u het ingebouwde programma selecteert.
7.
Druk op <ENTER> om te bevestigen.
8.
Druk op <SET/ESC> tot <LED xxx> op de display verschijnt.
9.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om het gewenste programma te selecteren. Het geselecteerde
programma start automatisch.
10.
Om de pan/tiltbeweging te activeren met het programma, druk op <ENTER>. Op het scherm verschijnt
<Motor Run>.
11.
Druk op <ENTER>.
12.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <ON> te selecteren en druk op <ENTER>.
De motor begint met het aansturen van de kop.
Opmerking:
Bij het inschakelen, is de motor uitgeschakeld voor de programma's.
De microfoongevoeligheid instellen
In de geluidsgestuurde modus, is de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon instelbaar. De
standaardgevoeligheid is 20%. Om de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon te regelen, gaat u als volgt te
werk:
1.
Druk op <SET/ESC> tot <SET Menu> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
2.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <MIC Sense> te selecteren en druk op <ENTER>.
3.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om de gevoeligheid te regelen (00 ~ 99%) en druk op <ENTER>.