VDP900ST
5
VELLEMAN
•
Installeer het toestel weg van extreme temperaturen, vocht en stof. Zorg voor een minimumafstand van 50 cm
tussen de lichtuitgang van het toestel en het belichte oppervlak.
•
Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen mogen dit
toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.
•
Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
•
Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
•
Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot kortsluitingen,
brandwonden, elektrische schokken, ontploffing van de lamp enz. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de garantie.
4. Installatie
a) Lamp
•
Plaats of vervang een lamp enkel wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
•
Laat een lamp afkoelen voor u ze vervangt: de bedrijfstemperatuur van een lamp ligt rond de 700°C.
Zet een lamp ook niet terug aan binnen de 10 minuten nadat u ze heeft uitgezet.
•
Raak een halogeenlamp niet aan met uw blote handen. Gebruik een doek om een halogeenlamp te vervangen.
•
Plaats geen lampen met een te hoog wattage. Deze worden warmer dan die waarop dit toestel is voorzien.
•
Vervang een vervormde of beschadigde lamp door een lamp van hetzelfde type (zie “
8. Technische
specificaties
”). Ga als volgt te werk:
1. Draai de 4 schroeven van de glasplaat vooraan los en verwijder voorzichtig de glasplaat.
2. Maak de schroeven van de aansluitingsblokjes links en rechts los en koppel de draden los.
3. Verwijder de oude lamp en breng de nieuwe in, met de draden aan dezelfde kant als bij de oude lamp.
4. Sluit de draden van de nieuwe lamp aan.
5. Plaats de glasplaat voorzichtig terug en zet de 4 schroeven vast.
Opmerking: Stel het toestel niet in werking wanneer het deksel eraf is.
b) Zekering
•
U mag een zekering enkel plaatsen of vervangen wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
•
Als de lamp springt, is het heel goed mogelijk dat de zekering ook moet worden vervangen.
•
Vervang een gesprongen zekering door een zekering van hetzelfde type en met dezelfde specificaties (zie “
8.
Technische specificaties
”). Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de zekeringhouder op het toestel met een geschikte schroevendraaier.
2. Verwijder de oude zekering en breng de nieuwe in.
3. Plaats de zekeringhouder weer in de behuizing en zet hem vast met de schroevendraaier.
c) Toestel monteren
•
Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke normen.
•
De draagconstructie moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit toestel kunnen dragen zonder te vervormen.
•
Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.
•
Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel controleren
door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig nakijken.
•
Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan aanraken.
•
Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van de
draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het gebruikte
materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft.
Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
•
Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel en draai de regelschroeven stevig aan.
•
Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 50cm rond het toestel.
•
Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
•
Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
•
De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.