MICROS1
3
VELLEMAN
3. Algemene Richtlijnen
•
Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de bediening van dit toestel.
•
Installeer het toestel weg van extreme temperaturen, vochtigheid en stof.
•
Ongeschoolde personen mogen dit toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van foutief gebruik.
•
Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
•
Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
•
Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de garantie.
•
Het belangrijkste onderdeel van de microscoop is de lens. Behandel de lens met de nodige zorg.
•
Berg de microscoop op in een droge plaats. Vochtigheid kan de lenzen aantasten.
•
Bescherm de microscoop, na gebruik, tegen stof door hem af te dekken of terug in de doos te stoppen.
4. Onderdelen van het toestel
(zie fig. blz.1)
1. Kijkopening
2. Lensbuis
3. Draaibare objectiefkoepel
4. Objectief
5. Kruistafel
6. Klem
7. Klemregeling
8. Scherpstellingknop
9. Schakelaar voor de verlichting
5. Gebruik
1. Open het batterijvak in de arm van de microscoop met een schroevendraaier. Plaats 2 AA-batterijen. Sluit het
batterijvak en zet de schroef vast. (Batterijen zijn niet meegeleverd.)
2. Plaats het studieobject op de kruistafel en zet het vast met de klem en de klemregeling.
3. Bepaal vervolgens de sterkte van de vergroting. Het is aanbevolen te beginnen met een zwakkere vergroting om
gemakkelijker scherp te kunnen stellen. Om de vergroting te wijzigen: draai aan de objectiefkoepel tot deze klikt.
4. Schakel de verlichting in. Het toestel werkt met een 3V, 0.2A lamp (0.6W max.).
5. Kijk in de kijkopening en draai aan de scherpstellingknop tot het voorwerp duidelijk zichtbaar is. Om een ander
deel van het voorwerp te bekijken draait u aan de klemregeling tot het gewenste deel in beeld komt.
6. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
2. De behuizing en zichtbare onderdelen mogen niet worden vervormd of aangepast.
3. Bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen niet onregelmatig bewegen.
4. Reinig een vuile lens met een zachte katoenen doek. Wrijf niet op de lens met uw vinger of een vuile doek.
5. Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of solvent.
6. De gebruiker mag geen onderdelen vervangen.
7. Betreffende batterijen
•
Enkel volwassenen mogen batterijen plaatsen en vervangen.
•
Alkalinebatterijen zijn aanbevolen. Gebruik geen herlaadbare batterijen.
•
Als de microscoop gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, verwijder dan de batterijen.
•
Niet-herlaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen.
•
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
•
Gebruik geen alkaline, standaard (carbon-zink) en/of herlaadbare batterijen door elkaar.
•
Opgebruikte batterijen moeten uit het toestel worden genomen.
•
Maak geen kortsluiting tussen de batterijklemmen.
•
Let op de polariteit wanneer u batterijen plaatst.
