VTSSD6
V. 01
–
15/01/2019
15
©Velleman nv
7.2
QFP solderen
1.
Breng soldeerpasta aan. Breng een geschikte hoeveelheid soldeerpasta en flux
aan. Plaats het SMD-component op de printplaat.
2.
Warm het SMD-component voor.
3.
Soldeer de SMD-component op de printplaat vast door de pinnen gelijkmatig op te
warmen.
4.
Na het solderen, reinig het werkgebied met een fluxverwijdereaar.
Opmerking
Gebruik altijd loodvrije soldeer. Het loodvrije soldeer smelt aan een temperatuur die
gemiddeld 30 °C (54 °F) hoger ligt dan dat van 60/40 tin/loodsoldeer.
7.3
QFP desolderen
1.
Smelt het soldeer. Houd het pistool recht boven de printplaat. Wacht tot de hete
lucht het soldeer doet smelten. Zorg ervoor dat u de printplaat of de draden niet
aanraakt met het mondstuk.
2.
Wanneer het soldeer is gesmolten, verwijder de printplaat met een tang of pincet.
3.
Schakel het toestel uit. Trek de stekker niet uit het stopcontact zolang het toestel
koude lucht door het pistool blaast.
4.
Verwijder alle resterende soldeer met een soldeerlint of een desoldeertoestel.
8.
Het toestel uitschakelen
1.
Plaats na gebruik het pistool in de houder en schakel het toestel uit.
2.
Laat na het uitschakelen de voedingskabel aangesloten gedurende enkele minuten.
Wanneer u het toestel uitschakelt, dan wordt de automatische koelfunctie
geactiveerd en wordt koude lucht door het verwarmingselement geblazen. Dit
beschermt het toestel tegen materiële schade en verlengt de levensduur.
Ontkoppel het toestel niet tijdens het afkoelingsproces.
3.
Wacht tot het afkoelingsproces is voltooid en trek de stekker uit het stopcontact.
Het toestel verbruikt een beetje stroom, zelfs als het is uitgeschakeld.
9.
Reiniging en onderhoud
9.1
Algemeen
Voer het onderhoud uit zoals beschreven in deze handleiding. Contacteer een
verdeler of servicedienst voor onderhoud of reparatie.
Breng een toestel dat defect is of niet normaal werkt terug naar uw verdeler of
agent.
Reinig het pistool en het toestel met een vochtige doek en een kleine hoeveelheid
vloeibaar detergent. Dompel het toestel nooit in een vloeistof onder en zorg ervoor
dat er geen vloeistof in de behuizing kan binnensijpelen. Gebruik geen solventen.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
9.2
Opslag
Bewaar het toestel, de toebehoren en deze handleiding in de oorspronkelijke
verpakking.
Bewaar het toestel steeds in een koele en droge ruimte.