155
Problemen oplossen
Storing
Oorzaak
Problemen oplossen
Pagi-
na
Losse
steken
1. Machine niet correct ingeregen. 1. Inrijging controleren.
39
2. Spoelhuis verkeerd ingeregen.
2. Spoelhuis inrijgen zoals afgebeeld. 37
3. Naald, draad en stof slecht op
elkaar afgestemd.
3. De naald moet worden afgestemd
op de stof en het garen.
61
4. Onjuiste draadspanning.
4. Draadspanning controleren.
51
Naden
trekken
samen of
de stof
krult op
1. Te dikke naald voor de stof.
1. Dunnere naald gebruiken.
61
2. Verkeerde steeklengte.
2. Steeklengte aanpassen.
77
3. Te hoge bovendraadspanning.
3. Draadspanning verlagen.
51
Naden
trekken
samen
1. Draadspanning te sterk.
1. Draadspanning verlagen.
51
2. Bovendraad is niet goed ingere-
gen.
2. Opnieuw inrijgen.
39
3. Naald is te dik voor de stof.
3. Bij bovendraad en stof passende
naald gebruiken.
61
4. Te lange steeklengte voor de
stof.
4. Kortere steeklengte kiezen.
77
Machine
blokkeert
1. Draad loopt vast in de grijper.
Bovendraad en onderdraadspoel ver-
wijderen. Handwiel handmatig heen
en weer draaien en de draadresten
verwijderen.
151
2. Transporteur vol pluizen.
Machine
maakt veel
lawaai
1. Grijper of naaldstang vol pluizen. 1. Grijper en transporteur zoals be-
schreven vrij maken van pluizen.
151
2. Naald is beschadigd.
2. Nieuwe naald plaatsen.
63
3. Licht zoemend geluid van de
motor.
3. Dit is normaal.
/
4. Draad loopt vast in de grijper.
Bovendraad en onderdraadspoel ver-
wijderen. Handwiel handmatig heen
en weer draaien en de draadresten
verwijderen.
151
5. Transporteur vol pluizen.
Controleer eerst het volgende voordat de machine als gevolg van storingen ter reparatie wordt
aangeboden. Neem als het probleem aanhoudt contact op met het verkooppunt van het apparaat
of de dichtstbijzijnde dealer.
Storing
Oorzaak
Problemen oplossen
Pagi-
na
Boven-
draad
breekt
1. Naaimachine niet goed ingere-
gen
1. Rijg de naaimachine opnieuw in
39
2. Draadspanning te sterk.
2. Bovendraadspanning verlagen.
51
3. Draad is te dik voor de naald.
3. Plaats een andere naaldgrootte.
61
4. Naald is niet correct geplaatst.
4. Naald verwijderen en opnieuw
plaatsen (platte kant naar achteren) 63
5. Draad wikkelt zich rond de
garenpen.
5. Garenklos verwijderen en draad
opnieuw omwikkelen.
39
6. Naald is beschadigd.
6. Naald vervangen.
63
Onder-
draad
breekt
1. Spoelhuis niet correct geplaatst. 1. Spoelhuis verwijderen, terug-
plaatsen en aan de draad trekken.
Draad moet soepel en gemakkelijk
afwikkelen.
37
2. Spoelhuis verkeerd ingeregen.
2. Spoel en spoelhuis controleren.
37
Overgesla-
gen steken
1. Naald is niet correct geplaatst.
1. Naald verwijderen en opnieuw
plaatsen (platte kant naar achte-
ren).
63
2. Naald is beschadigd.
2. Nieuwe naald plaatsen.
63
3. Verkeerde naald (grootte) ge-
bruikt.
3. Bij bovendraad en stof passende
naald gebruiken.
61
4. Persvoet niet correct geplaatst. 4. Controleren en correct plaatsen.
31
5. Naaimachine niet goed ingere-
gen.
5. Naaimachine opnieuw inrijgen.
39
Naald-
breuk
1. Beschadigde naald.
1. Nieuwe naald plaatsen.
63
2. Naald is niet correct geplaatst.
2. Naald correct plaatsen (platte kant
naar achteren).
63
3. Verkeerde naald voor de stof.
3. Bij stof en draad passende naald
plaatsen.
61
4. Verkeerde persvoet gebruikt.
4. Juiste persvoet plaatsen.
53
5. Naaldhouderschroef zit los.
5. Schroef met de schroevendraaier
vastdraaien.
63
6. Ongeschikte persvoet geplaatst
voor het naaien van het ge-
wenste steekpatroon.
6. Geschikte persvoet plaatsen voor
het gewenste steekpatroon.
58
7. Te hoge bovendraadspanning.
7. Bovendraadspanning verlagen.
51