Altitude, Coraille
2018-08
Uw rolstoel gebruiken
NL - 8
NL
Transfer
1. Zorg dat de stoel in zitstand staat.
2. Zet de voetsteun in laagste stand, zodat de voetsteun(en) de grond raakt (raken).
3. Draai de voetplaten omhoog of verwijder de voetsteun indien nodig.
4. Plaats de zitschaalstoel zo dicht mogelijk bij de persoon die op de stoel, zetel, autozetel of
bed zit.
5. Let erop dat de stoel op een vlakke, horizontale vloer staat.
6. Draai de voorste zwenkwielen naar buiten, naar voor.
7. Zet de remmen op, zie §3.1.
8. Open de sluitingen van de gordel voor bovenlichaam en leg deze opzij. Doe hetzelfde voor
de heupgordel.
9. Verplaats de persoon met de hulp van de begeleider(s) of gebruik een til-hulp.
In de stoel zitten
1. Neem plaats op de zit, met de onderrug tegen de rugsteun.
2. Zorg dat de bovenbenen horizontaal zijn er dat de voeten in een comfortabele positie
staan. Indien nodig, stel de zithoogte (kussen) of de voetsteun in, zie §3.3.
3. Doe de heupgordel en bovenlichaam-gordel om en stel deze bij zodat de gordel zo dicht
mogelijk tegen het lichaam komt.
3.3
Comfort instellingen
Kans op letsel of schade
•
Volgende comfort instellingen kunnen door de begeleider of verzorger gedaan worden.
Alle overige afstellingen worden uitgevoerd door uw vakhandelaar volgens de installatie
instructies, zie de verwijzing in het voorwoord.
•
Hou altijd rekening met de zwaaihoek van de voetsteun zodat er geen omstanders
gekwetst raken of objecten beschadigd worden.
•
Indien de stoel voorzien is van een tafel: Laat de stoel niet kantelen indien er vloeistoffen
of andere objecten op het tafelblad staan. Verifieer of er geen personen of objecten geraakt
kunnen worden, voordat u het tafelblad opzij kantelt.
•
Zet voor het instellen altijd de remmen op.
3.3.1 Zithoek /zitschaal kanteling
De kantelhendel (6) zorgt ervoor dat de
gasveer van het kantelmechanisme in
zijn stand blijft staan. Zodra de
kantelhendel bediend wordt, komt de
gasveer vrij.
Om de zit te kantelen
1. Hou de duw beugel (5) vast en trek met de
vinger de kantelhendel (6) omhoog in een
knijpbeweging.
2. Duw de duw beugel neer om de stoel te
kantelen (tussen 0° en + 40°).
3. Laat de kantelhendel los om de positie vast
te houden.
Om naar de zitstand terug te gaan
1. Hou de duwbeugel vast en trek met de vinger aan kantelhendel (6).
2. Breng de duwbeugel traag omhoog. Laat de kantelhendel los om de positie vast te
houden.
VOORZICHTIG
5
6