, 30°
2011-06
11
3.
Leun voorwaarts en draai de hoepels naar voor tot Uw armen gestrekt zijn.
4.
Breng Uw handen terug naar de bovenzijde van de hoepels en herhaal de beweging.
2.10 Rijden op hellingen
WAARSCHUWING:
Houd Uw snelheid onder controle – Neem hellingen steeds
met de laagst mogelijke snelheid.
WAARSCHUWING:
Houd rekening met de capaciteiten van Uw begeleider –
Blokkeer de rem van zodra U merkt dat Uw begeleider onvoldoende kracht heeft
om de rolstoel onder controle te houden.
WAARSCHUWING:
Kans op kantelen – Leun voorover om Uw zwaartepunt naar
voor te verplaatsen. Zo kan de stabiliteit beter behouden blijven.
1. Bevestig de veiligheidsgordel, als de rolstoel hiermee uitgerust
is.
2. Neem geen te steile helling. De maximale hoek bergop en
bergaf staat in tabel 1 voor , tabel 2 voor 30°.
3. Vraag een begeleider om U te helpen de helling te nemen.
4. Buig lichtjes voorover om Uw zwaartepunt naar voren te
verplaatsen.
2.11 Nemen van hindernissen (trottoirs)
2.11.1
Afrijden van trottoirs
Het afrijden van een laag trottoir kan voorwaarts gedaan worden. Let hierbij op dat de
voetsteunen de grond niet raken.
Het afrijden van lage trottoirs kan door een geoefend
gebruiker zelf gedaan worden:
WAARSCHUWING:
Kantelgevaar - Indien U Uw
rolstoel onvoldoende beheerst, vraag hulp van een
begeleider.
1. Breng de balans op de achterwielen om de druk op de
voorwielen te verminderen.
2. Neem de hindernis.
Hogere trottoirs kunnen met een begeleider voorwaarts genomen worden:
1.
Laat de begeleider de rolstoel lichtjes naar achter kantelen.
2.
Rijd op de achterwielen het trottoir af.
3.
Zet de rolstoel terug op de vier wielen.
Een geoefend gebruiker kan een hoger trottoir zelf afrijden. Dit
kan het best achterwaarts gedaan worden.
1. Draai U met de achterwielen naar het trottoir toe.
2. Leun voorover om het zwaartepunt naar de voorkant
van de rolstoel te verplaatsen.
3. Breng de rolstoel naar de rand van de hindernis.
4. Gebruik de hoepels om Uw rolstoel gecontroleerd van
het trottoir af te rollen.