4
100506.01
Electronische kompass EC
3 Gebruik
3.1 Inschakelen
Sluit het instrument aan op een aparte
schakelaar (er zit geen aan- / uitschake-
laar op het apparaat zelf).
Bij het inschakelen
toont het scherm 2
seconden lang alle
schermelementen.
Daarna ziet u deze
vier horizontale lijn-
tjes die aangeven
dat het instrument
op de kompasgegevens aan het wachten
is.
3.2 Hoofdscherm (standaard)
Het hoofdscherm
kan naar keuze de
magnetische of
ware koers weer
geven, de GPS-
koers of de afdrijv-
ing (drift).
Druk 2 seconden
lang op de meest
rechtse (pijl)knop
om te wisselen tus
sen deze weer-
gaves.
3.3 Achtergrondverlichting
De achtergrondverlichting kent 7 standen:
- Niveau 1
- Niveau 2
- Niveau 3
- Niveau 4
- Niveau 5
- Extern (remote)
- Uit
Bij de instelling
‘extern’ (remote)
bepaalt de spanning
op de verlichting-
spen van de con-
nector het niveau
van de achtergrondverlichting.
Zie ‘5.3 Aansluitingen’ en ‘8 Opties’ voor
de pengegevens.
3.4 Alarm bij koersafwijking
Druk in het hoofdsch-
erm 2 seconden lang
op de knop
om
het alarm in of uit te
schakelen.
Voordat u het alarm
inschakelt, moet u
het alarm eerst ins-
tellen.
Zie voor het instellen van het alarm ‘4.1.1
Alarm bij koersafwijking (ST1)’.
Bij ingeschakeld alarm verschijnt de alar-
mindicatie in het scherm en worden beide
limieten in de berichtenregel weerge-
geven.
3.5 Kies tweede
berichtregel
Druk in het hoofd-
scherm op de knop
om te bepalen
welke berichten er
op de berichtenregel
worden
weerge-
geven.
U kunt kiezen uit:
1 Tijd
2 Datum
3 Breedtegraad
4 Lengtegraad
5 GPS-snelheid
6 Vaarafstand
7 Logboek
8 GPS-koers
2 sec.
Electronisch kompas / GPS ECGPS