10
4. Instellingen
4.1 De MODUS-knop gebruiken
Er zijn 3 eenvoudig te selecteren geïntegreerde laadmodi die geschikt zijn voor de meeste
gangbare accutypen, evenals een optionele reconditioneringsfase die kan worden
inbegrepen (behalve voor Li-ion-modus).
Eventuele instellingen worden opgeslagen en gaan niet verloren wanneer de acculader
wordt losgekoppeld van het lichtnet of de accu.
a) Laadspanning
Door simpelweg de juiste laadmodus te selecteren voor het accutype dat wordt
opgeladen (zie de aanbevelingen van de fabrikant van de accu), worden de
spanningsinstellingen voor elke laadfase gewijzigd volgens onderstaande tabel:
Modus
Absorptie
Druppelladen
Opslag
Reconditionering
Normaal
14,4 V
13,8 V
13,2 V
16,2 V
Hoog:
14,7 V
13,8 V
13,2 V
16,5 V
Li-ion:
14,2 V
13,5 V
13,5 V
N.v.t.
Opmerking: Voor 24V-acculaders dient u alle spanningen met 2 te vermenigvuldigen.
De laadspanning wordt ook automatisch gecompenseerd afhankelijk van de
omgevingstemperatuur (met uitzondering van de Li-ionmodus) - zie punt 3.2
'Temperatuurcompensatie' voor meer informatie.
De gewenste laadmodus kan worden geselecteerd met behulp van de VictronConnect-app -
zie punt 4.2 'VictronConnect' voor meer informatie.
b) Reconditioneringsmodus
Indien ingeschakeld wordt de reconditioningsfase opgenomen in de laadcyclus; alleen
gebruiken als correctieve/onderhoudsactie - zie punt 3.1/3 'Reconditionering' voor meer
informatie.
c) Laag-stroommodus
Indien ingeschakeld is de laadstroom continu beperkt tot een aanzienlijk lager niveau
(varieert per model - zie specificaties) in vergelijking met de nominale laadstroom.
De lage-stroommodus wordt aanbevolen bij het opladen van accu's met een lage capaciteit
en een krachtige acculader. Sommige loodzuuraccu kunnen bijvoorbeeld oververhit raken
als ze worden opgeladen met een stroom die groter is dan 0,3 C (meer dan 30 % van de
accucapaciteit in Ah).