PI
NEDERLANDS
Vertaling van het origineel
8
Alarmsignalen bij sensorstoringen
Storing controlesensor. Neem
contact op met servicedienst.
Storing verdampersensor.
Neem contact op met
servicedienst.
Storing sensor in kast. Neem
contact op met servicedienst.
Storing temperatuursensor
condensor. Neem contact op
met servicedienst.
Alarmsignalen bij storingen in koelsysteem (oververhitting condensor)
De compressoren zijn uitgeschakeld wegens oververhitting.
Controleer eerst de condensor door het paneel aan de
onderkant van de kast te openen en reinig de condensor
indien nodig met een stofzuiger. Neem contact op met
servicedienst indien de foutmelding opnieuw verschijnt.
4.4.2. De temperatuurinstellingen controleren
1. Druk kort op de toets SET.
De ingestelde waarde verschijnt op het display.
De normale temperatuurweergave verschijnt ook weer als u gedurende vijf (5) seconden
geen toetsen indrukt.
4.5. Automatisch ontdooien
De kast beschikt over een automatische ontdooivoorziening. Het bedieningsapparaat van
de kast bepaalt wanneer de koeling in werking is en wanneer de ontdooifunctie wordt
gestart. Ontdooien vindt zes (6) keer per dag plaats (elektrisch ontdooien). Het dooiwater
wordt automatisch naar een verwarmingsbak met stoompijpen of een elektrisch verwarmde
verdampingsbak geleid, afhankelijk van het model van de kast. Tijdens het ontdooien stijgt de
temperatuur in de kast enkele graden.