267
DE
EN
FR
IT
NL
0478 131 9923 B - NL
●
Alleen indien nodig kan het
selectievenster met OK worden
geopend en de gewenste waarde (3 cm
tot 9 cm) worden ingesteld.
9. Taal:
instellen van de gewenste
displaytaal. Standaard is de taal
ingesteld die bij de eerste installatie
geselecteerd is.
10. Contrast:
indien nodig kan het displaycontrast
worden ingesteld.
10.12 Regensensor instellen
Druk voor het instellen van de
sensor met 5 standen het
stuurkruis naar links of rechts.
De huidige waarde verschijnt in het menu
"Instellingen" met een streepjesgrafiek.
De gevoeligheid van de regensensor kan
aan de lokale situatie en wensen worden
aangepast. Met name kan ook worden
ingesteld hoe lang de robotmaaier na
regen wacht op het opdrogen van het
maaivlak.
Bij
een gemiddelde
gevoeligheid
is de
robotmaaier gereed voor
gebruik onder normale
buitenomstandigheden.
Schuif de balk verder
naar
links
voor het maaien bij
hogere vochtigheid.
Helemaal links maait de
robotmaaier ook in natte
omstandigheden en onderbreekt de
maaibeurt niet wanneer regendruppels op
de sensor terecht komen.
Schuif de balk verder
naar
rechts
voor het maaien bij
geringe vochtigheid.
Helemaal rechts, maait de
robotmaaier alleen wanneer
de regensensor volledig droog is.
10.13 Statusmelding instellen
Selecteer voor het configureren van de
statusmelding de linker of rechter melding
met het stuurkruis en bevestig met OK.
Laadtoestand
:
weergave van het accusymbool
samen met de laadtoestand in
procenten
Resttijd
:
resterende maaiduur in de lopende
week in uren en minuten
Tijd en datum
:
huidige datum en huidige tijd
Starttijd
:
start van de volgende geplande
maaibeurt. Bij een lopende actieve
tijd verschijnt de tekst "actief".
Maaibeurten
:
aantal van alle maaibeurten tot nu
toe
Maaiuren
:
duur van alle maaibeurten tot nu toe
Afstand
:
totaal afgelegde afstand
10.14 Installatie
1. Corridor:
verplaatste rit naar begin in- en
uitschakelen.
Bij een ingeschakelde corridor rijdt de
robotmaaier naar binnen verplaatst langs
de begrenzingsdraad terug naar het
dockingstation.
Corridorbreedte:
30-70 cm
De afstand tot de begrenzingsdraad wordt
binnen de corridor willekeurig gekozen.
2. Nieuwe installatie:
de installatiewizard wordt opnieuw
gestart, het bestaande maaischema
wordt gewist. (
3. Startpunten:
de robotmaaier begint het maaien bij
het dockingstation
(standaardinstelling) of bij een startpunt.
Startpunten moeten worden gedefinieerd,
– als deelzones gericht moeten worden
behandeld, omdat ze onvoldoende
worden bewerkt,
– als zones alleen via een doorgang
bereikbaar zijn. Leg in deze deelzones
minstens één startpunt vast.
●
4. Rand testen:
proefrit ter controle van een goede
draadligging starten.
In combinatie met een extern
dockingstation moet voor een
verplaatste rit naar het begin een
apart verkrijgbaar toebehoren
(AED 600) worden gebruikt. Voor
nadere informatie verwijzen wij u
naar uw VIKING dealer.
De verplaatste rit naar het begin
kan alleen worden ingeschakeld,
als de begrenzingsdraad op smalle
plaatsen met een afstand van meer
dan 2 m is geïnstalleerd. In het
maaivlak mogen geen doorgangen
geïnstalleerd zijn.
Summary of Contents for MI 422
Page 2: ...0478 131 9923 B D16 Eco DS 2016 02 2016 VIKING GmbH A 6336 Langkampfen Kufstein...
Page 3: ...1 0478 131 9923 B 1...
Page 4: ...0478 131 9923 B 2 2...
Page 154: ...0478 131 9923 B EN 152...
Page 232: ...0478 131 9923 B FR 230...
Page 308: ...0478 131 9923 B NL 306...
Page 387: ...385 DE EN FR NL IT 0478 131 9923 B IT...
Page 388: ...0478 131 9923 B MI 422 MI 422 P B...