121
10. Bijkomende functies
Via de functietoetsen (G) kunnen verschillende bijkomende functies worden
geactiveerd. Bij elke druk op de toets wordt een akoestisch geluidssignaal ter
bevestiging weergegeven.
a) SELECT-functie
Meerdere meetfuncties zijn van subfuncties voorzien. De subfuncties zijn rood gemarkeerd. Om deze te selecteren
drukt u op de toets “SELECT”. Met elke keer drukken schakelt u een subfunctie verder.
b) RANGE - manuele selectie voor meetbereik
De RANGE-functie maakt het mogelijk om een bepaald meetbereik handmatig in te stellen. In ongunstige bereiken
kan het gebeuren dat de automatische meetbereikinstelling reeds het volgende grote meetbereik weergeeft of tus-
sen twee bereiken wisselt. Om dit te onderdrukken, kan het meetbereik in enkele meetfuncties handmatig worden
ingesteld.
De manuele meetbereikinstelling werkt in alle meetfuncties, behalve: Motor, mV, continuïteitstest en diodentest.
Door op de “RANGE”-toets te drukken dooft het symbool “AUTO” op het scherm uit en wordt er naar de manuele
modus omgeschakeld.
Elke druk op de toets “RANGE” schakelt een meetbereik verder en begint op het einde opnieuw met het kleinste
meetbereik. Het respectievelijke meetbereik is te herkennen aan de plaats van het decimaalpunt.
Houd de toets “RANGE” ong. 2 seconden ingedrukt om deze functie uit te schakelen. Het symbool “AUTO” verschijnt
op het display en de automatische meetbereikkeuze is weer actief. Het wisselen van de meetfunctie deactiveert deze
functie eveneens.
c) MAX MIN-functie
Deze functies maakt het mogelijk om de maximum- en minimumwaarde tijdens een meetreeks op te slaan en weer
te geven. Door indrukken van de toets “MAX MIN” wordt deze meetfunctie ingeschakeld. Auto-Range wordt gede-
activeerd.
Bij geactiveerde functie wordt tegelijk de minimum- en maximumwaarde van de huidige meetreeks opgeslagen. De
Max.- en Min-weergave kan met elke druk op een toets (MAX MIN) worden omgeschakeld. De waarden worden na
een wisselen van de meetfunctie of bij het uitschakelen van het apparaat gewist.
Om de functie te deactiveren, houdt u de toets “MAX MIN” gedurende ca. 2 seconden ingedrukt. De weergave “MAX”
of “MIN” verdwijnt en “AUTO” verschijnt opnieuw.
Deze bijkomende functie kan in de meetfunctie “Motor” en “Hz” niet worden geactiveerd.