120
k) Capaciteitsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetob-
jecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Let bij elektrolyt-condensatoren absoluut op de polariteit.
- Schakel de DMM in en kies de meetfunctie”Capaciteit”
- Verbind de rode meetleiding met de Ω-meetbus (E), de zwarte
meetleiding met de COM-meetbus (D).
Op basis van de gevoelige meetingang kan het bij
“open” meetleidingen komen tot een waarde-indica-
tie op het display. Door indrukken van de toets “REL”
wordt het display gereset op “0”. De autorange-functie
wordt gedeactiveerd. Dit is aangewezen bij kleine ver-
mogens in het nF-bereik.
- Verbind de beide meetstiften (rood = pluspool/zwart = minpool)
met het meetobject (condensator). Op de display wordt na kor-
te tijd de capaciteit weergegeven. Wacht tot de schermwaarde
gestabiliseerd is. Bij condensatoren >40 µF kan dit enkele
seconden duren.
- Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op de display ver-
schijnt, hebt u het meetbereik overschreden.
- Verwijder na het meten de meetleidingen van het meetobject
en schakel de DMM uit.
l) Frequentiemeting (elektronisch)
De DMM kan de frequentie van een signaalspanning van 60 Hz tot 40 MHz meten en weergeven. Het maximale
ingangsbereik bedraagt 30 Vrms. Deze meetfunctie is niet alleen voor netspanningsmetingen geschikt. Let op de
ingangswaarden in de technische gegevens.
Voor netspanningsmetingen gebruikt u de frequentieweergave in het kleine subscherm in de overeenkom-
stige spannings- en stroommeetbereiken.
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies de meetfunctie ”Hz”. Op het
scherm verschijnt “Hz”.
- Steek de rode meetleiding in de Hz-meetbus (E), de zwarte meet-
leiding in de COM-meetbus (D).
- Maak nu met de beide meetstiften parallel met het meetobject
(signaalgenerator, schakeling, enz.).
- De frequentie wordt op het hoofdscherm en de pulsverhouding
van de positieve halve golf wordt als procentwaarde in het
kleine subscherm weergegeven. Bij een symmetrisch signaal
wordt bv.50,0% weergegeven.
- Verwijder na het meten de meetleidingen van het meetobject
en schakel de DMM uit.