103
g) Frequentie en arbeidsfactor meten
Overschrijd niet de maximum toegestane ingangswaarden. Raak stroomcircuits of componenten
ervan nooit aan als
deze bloot kunnen staan aan spanningen hoger dan 25 V/AC RMS of 35 V/DC! Levensgevaarlijk!
De spanning in het circuit mag in CAT III 600 V niet overschrijden.
De digitale multimeter kan worden gebruikt voor het meten van signaalspanningsfrequenties van 10 Hz tot 10 MHz
(automatisch bereik). Houdt u er rekening mee dat de maximale waarden (zie ook hoofdstuk 14 "Technische
gegevens") tijdens het meten niet mogen worden overschreden.
Ga voor het meten van de frequentie als volgt te werk:
• Zet de multimeter aan en selecteer met de draaiknop (5) de meting
"Hz %".
• De automatische modus wordt standaard geselecteerd en kan
niet worden uitgeschakeld. Het "Hz"-symbool dat het meten van de
frequentie aangeeft, verschijnt op het LCD-display (4).
• Steek eerst het zwarte meetsnoer in de COM-aansluiting (9). Steek
dan het rode meetsnoer in de V-aansluiting (8).
• Verbind de twee meetstiften met het te meten object (signaalgenerator,
circuit enz.). Het zwarte meetsnoer wordt eerst verbonden en daarna
het rode meetsnoer. Het doet er niet toe op welke wijze de meetstiften
worden geplaatst.
• De waarde voor de frequentie en de bijbehorende eenheid (Hz)
worden weergegeven.
• Om de arbeidsfactor te meten, selecteert u de bijbehorende
weergave door één keer op de SELECT-knop (1) te drukken. Het
percentagesymbool "%" verschijnt op het LCD-display (4).
• Lees de meting op het LCD-display (4) af. Een plus-symbool (+) geeft
de meting van een POSITIEF percentage aan. Een min-symbool (-)
geeft de meting van een NEGATIEF percentage aan.
Een positieve waarde duidt meestal op de inschakeltijd
van een stroomcircuit en een negatieve waarde op de
uitschakeltijd. Soms kan een negatief deel van het signaal een
inschakelsignaal genereren.
• Na het meten verwijdert u in omgekeerde volgorde (eerst rood, dan
zwart) de meetsnoeren van het gemeten object en zet u de multimeter
uit.