95
g) LED-lamp
• Druk op de LED-knop (11) om de LED-lamp (3) in te schakelen.
• Druk nogmaals op de knop om de helderheid van de LED-lamp te verhogen.
• Druk er een derde keer op om de lamp uit te schakelen.
10. Met meten beginnen
Overschrijd niet de maximum toegestane ingangswaarden. Raak stroomcircuits of componenten
van circuits nooit aan als er spanningen van meer dan 25 V/AC (RMS) of 35 V/DC op kunnen staan.
Levensgevaar!
Controleer voor het meten of de aangesloten meetsnoeren beschadigd zijn, zoals bijvoorbeeld
scheuren, barsten of knikken. Defecte meetsnoeren mogen niet langer worden gebruikt.
Levensgevaar!
Pak de meetstiften tijdens de metingen nooit vast voorbij de voelbare markeringen en randen op
de grepen. U mag alleen de twee meetsnoeren die nodig zijn voor het meten aansluiten op het
meetapparaat. Verwijder om veiligheidsredenen alle niet benodigde meetsnoeren van het apparaat.
Metingen in elektrische circuits >25 V/AC en >35 V/DC mogen alleen door deskundig en technisch
opgeleid personeel worden uitgevoerd die op de hoogte zijn van de relevante wetgeving en de
bijbehorende gevaren.
Zodra er in het midden van het LCD-display (4) "OL" verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden.
Selecteer het erboven liggende meetbereik.
Het "V/AC"-spanningsbereik heeft een ingangsweerstand van ongeveer 10 MΩ. Het "V/DC"-bereik heeft
een ingangsweerstand van ongeveer 10 MΩ.
Draai tijdens het meten niet aan de draaiknop. De meetstiften dienen elke keer wanneer het meetbereik
wordt gewijzigd van het te meten object te worden verwijderd.
Controleer voor elke meting of de multimeter niet op een verkeerd meetbereik ingesteld is.