96
a) Spanning meten "V~ en V "
Controleer voor elke spanningsmeting of het meetapparaat niet op een meetbereik voor stroom
ingesteld is.
Ga voor het meten van wisselspanningen "AC" (V~) als volgt te werk:
• Zet de multimeter aan en selecteer met de draaiknop (5) het meetbereik
"V~". Op het LCD-display (4) wordt "AC" weergegeven.
• Het apparaat staat standaard ingesteld op automatisch
meetbereik. In deze stand bepaalt de multimeter automatisch
het spanningsmeetbereik. Om deze automatische functie uit te
schakelen en het meetbereik handmatig te selecteren, drukt u één
keer op de SELECT-knop (1). Het symbool "AUTO" verdwijnt van het
LCD-display (4).
• Druk herhaaldelijk op de SELECT-knop (1) om het meetbereik te
selecteren. De decimale punt op het display verandert van positie
tussen de cijfers en geeft daarmee het actueel ingestelde meetbereik
aan, waarbij overeenkomstig de eenheid mV of V wordt weergegeven.
Kies het juiste meetbereik voor uw meting. Houdt u er rekening mee
dat de maximale ingangswaarden (zie ook hoofdstuk 14 "Technische
gegevens") tijdens het meten niet mogen worden overschreden.
• Om het automatische meetbereik weer in te schakelen, houdt u de
SELECT-knop (1) ca. 2 seconden lang ingedrukt. Het symbool "AUTO"
verschijnt op het LCD-display (4). Het automatische meetbereik is nu
actief.
• Steek het rode meetsnoer in de V-aansluiting (8) en het zwarte
meetsnoer in de COM-aansluiting (9).
• Verbind nu de twee meetstiften parallel met het te meten object
(aansluiting, relais, schakelaar enz.).
• De rode meetstift komt overeen met de positieve pool en de zwarte
met de negatieve pool.
• De gemeten waarde verschijnt op het LCD-display. De eenheid van de
gemeten waarde wordt in V of mV aangegeven. De gemeten waarden
zijn echte gewogen kwadratische gemiddelde waarden (RMS).
• Druk zo nodig op de HOLD-knop (12) om de gemeten waarde vast te
houden. Het Hold-symbool verschijnt op het LCD-display (4). Druk
op de HOLD-knop (12) om de vastgehouden waarde vrij te geven. Het
Hold-symbool verdwijnt van het LCD-display (4).
• Na het meten verwijdert u de meetsnoeren van het gemeten object en schakelt u de multimeter uit. Zet de
draaiknop op de stand "OFF".
Controleer voor elke spanningsmeting of het meetapparaat niet op een meetbereik voor stroom
ingesteld is.
Ga voor het meten van gelijkspanningen "DC" (V
) als volgt te werk: