60
b) HOLD-functie
• Druk in de meetmodus op de toets
HOLD
(5) om de actuele meetwaarde in het lcd-display (3) vast te houden. Het
symbool "HOLD" wordt op het lcd-display weergegeven.
• Door het opnieuw drukken op de toets
HOLD
(5) verschijnt de normale meetmodus weer. Het symbool "HOLD"
verdwijnt.
c) Meten van DC-magneetvelden (statisch)
Magneten zijn bijv. permanente magneten met een noord- en zuidpool. De magnetische veldlijnen verlopen buiten de
magneet altijd van de noordpool naar de zuidpool. Deze eigenschap maakt het mogelijk om naast de meetwaarde
voor de magnetische fluxdichtheid ook de polariteit (noordpool/zuidpool) weer te geven. Voor een statische
veldsterktemeting gaat u als volgt te werk:
• Schakel het meetapparaat in.
• Druk op de toets
MODE -- DC AC
(7) om naar de meetinstellingen en meetresoluties te schakelen. Bij elke druk
op de toets schakelt u een stap verder in de keuze keuzelijst. De meetmodus voor gelijkvelden wordt in het display
met het symbool "N (S)" weergegeven.
• De meetinstellingen a1 (resolutie 0,1) en b1 (resolutie 0,01) (zie in de afbeelding hieronder) dienen voor het meten
van DC-magneetvelden in de eenheid mT.
• De meetinstellingen a2 (resolutie 1) en b2 (resolutie 0,1) (zie in de afbeelding hieronder) dienen voor het meten van
DC-magneetvelden in de eenheid G.
Afhankelijk van de gekozen eenheid wordt een van de onderaan weergegeven twee sequenties
geschakeld. Schakel de meeteenheid om, om een andere meeteenheid en de sequentie te kiezen. Zie
daarvoor het gedeelte "c) Meeteenheid kiezen".
• Plaats de sensor met de sensorkop (16) op het te meten object. De sensorkop (15) moet het object aanraken.
• De meetwaarde wordt samen met de polariteit (N/S) van het veld in het lcd-display (3) weergegeven. Als u de
sensorkop (15) beweegt, beweeg deze dan langzaam en vloeiend langs het te meten gebied. Zo kunt u volgen op
welke posities de polariteit verandert.