50
11. RS232-interface
Het meetinstrument heeft een seriële interface voor gegevensuitwisseling met een computer. Deze bevindt zich aan
de rechterkant onder een deksel. De interface is uitgevoerd in de vorm van een 3,5 mm jack-bus, en vereist een
speciale datakabel, die als optie verkrijgbaar is.
De datakabel is aangesloten als volgt:
Jack-stekker 3,5 mm mono
9 pol. Sub-D-bus voor pc (seriële poort)
Middencontact →
Pin 4
Buitencontact →
Pin 2
Tussen pin 2 en pin 5 is een weerstand van 2,2 kohm vereist.
Het seriële datasignaal bestaat uit 16 bits met de volgende sequentie:
D15 D14 D13 D12 D11 D10 D9 D8 D7 D6 D5 D4 D3 D2 D1 D0
Elke databit heeft de volgende betekenis:
D15
Startteken = 02
D14
4
D13
1
D12+D11
Meeteenheid in het display; mW/cm² = A8 (D12 = A, D11 = 8)
D10
polariteit; 0 = positief; 1 = negatief
D9
Decimale punt (DP) op de juiste plaats (van rechts naar links); 0 = geen DP; 1 = 1DP;
2 = 2DP; 3 = 3DP
D8 tot D1
Meetwaarde (D8 = grootste cijfer (MSD), D1 = laagste cijfer (LSD)). Bij een displayweer-
gave van 1234, resulteert de volgende bitsnelheid (D8 - D1): “00001234”
D0
Eindteken = 0D
Het RS232-dataformaat is: 9600, N, 8, 1
Baud-Rate: 9600
Pariteitsbit:
Geen pariteitsbit: (N)
Databit aantal:
8
Stop-bit:
1 Stop-bit