88
c) Zekering
•
Een defecte zekering moet worden vervangen door een nieuwe zekering met dezelfde specificaties.
Repareer of overbrug geen defecte zekering, omdat deze brand of een dodelijke elektrische schok kan
veroorzaken.
d) Batterij/accu’s
• Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen/accu’s.
• De batterijen/accu’s dienen uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt om beschadiging door lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen/accu’s
kunnen brandend zuur bij contact met de huid opleveren. Gebruik daarom veiligheidshandschoenen om
beschadigde batterijen/accu’s aan te pakken.
• Batterijen/accu’s moeten uit de buurt van kinderen worden gehouden. Laat batterijen/accu’s niet
rondslingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/of huisdieren ze inslikken.
• Alle batterijen/accu’s dienen op hetzelfde moment te worden vervangen. Het door elkaar gebruiken
van oude en nieuwe batterijen/accu’s in het apparaat kan leiden tot batterijlekkage en beschadiging
van het apparaat.
• Batterijen/accu’s mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer nooit niet-oplaadbare
batterijen op te laden. Er bestaat explosiegevaar!
e) Multimeter
• Schakel de meter niet in nadat deze van een koude naar een warme omgeving is gebracht. De
condensatie die zich dan vormt, kan het apparaat permanent beschadigen. Laat het apparaat eerst op
kamertemperatuur komen voordat u deze inschakelt.
• Controleer of de multimeter ingesteld is op de juiste functie vóór elke meting.
• Om elektrische schokken te voorkomen, dient u de aansluit-/meetpunten tijdens de meting nooit direct
of indirect aan te raken. Controleer de meter vóór elke meting op beschadiging. Voer nooit metingen uit
als de beschermende isolatie is beschadigd (gescheurd, ontbrekend, etc.).
• Gebruik het apparaat niet tijdens onweer.
• Gebruik het product nooit in de directe nabijheid van krachtige magnetische of elektromagnetische
velden, zendantennes of HF-generatoren. De meting kan hierdoor worden aangetast.
• Om uw metingen nauwkeurig te houden, dient u de batterij te vervangen wanneer het “lage battery”-
symbooltje verschijnt op de display.
• Let goed op de informatie naast de waarschuwingsmarkeringen bij de aansluitingen voor de
testkabels. De gemeten spanning of stroom mag de weergegeven waarden niet overschrijden!
• Gebruik de meter nooit wanneer de behuizing is geopend. !LEVENSGEVAARLIJK!