f)
Configuratiebestand in de datalogger laden
• Verwijder de beschermkap van de datalogger.
• Sluit de datalogger aan op uw computer.
•
Sleep het configuratiebestand van de downloadmap van uw com
-
puter naar de dataloggermap om de configuratie uit te voeren.
• Het groene LED-controlelampje (3) knippert twee keer wan-
neer het configuratiebestand met succes op de datalogger is
geïnstalleerd.
•
Wanneer de datalogger is geconfigureerd, koppel dan de da
-
talogger los van uw computer.
g)
Configuratie-instellingen bekijken
•
Startmodus is gebaseerd op de configuratie-instelling “RE
-
CORD START CONDITION”.
•
Stopmodus is gebaseerd op de configuratie “STOP STYLE”.
• U kunt controleren welke startmodus actief is, door het bestaande
configuratiebestand in de webinterface te laden, in het PDF-rap
-
port of door het functiemenu van de datalogger te openen.
• U kunt controleren welke stopmodus actief is, door het be-
staande configuratiebestand in de webinterface te laden of
door het functiemenu van de datalogger te openen.
• Voor verdere instructies met betrekking tot het laden van de
bestaande configuratie-instellingen, raadpleeg “Andere instel
-
lingen” op pagina 205.
• Voor verdere instructies met betrekking tot het openen van het
functiemenu, raadpleeg “Functiemenu openen” op pagina 216.
206